Leesvaardigheid 2.3 1k

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

2.3 Leesvaardigheid 

Leg je spullen op tafel:

Boek

schrift

laptop

Lesdoelen

Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen

- kun je de signaalwoorden herkennen en benoemen

Stelling

"Als ik een vriendschapsverzoek krijg op Instagram, kijk ik eerst hoe iemand eruit ziet voordat ik diegene accepteer."

Sta op als je het eens bent!

Leestijd

Knappe vrienden maken populair

Digitaal: opdracht 12

Boek: bladzijde 117

Nauwkeurig lezen... hoe doe je dat ook al weer?

Klaar? Kijk alvast naar opdracht 13.

Let op!

Feit

Is echt of is werkelijk gebeurd.

Kun je meestal controleren.

Mening

Is iets wat iemand vindt of denkt.

Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.

Signaalwoorden bij een opsomming:

• Als eerste
• Bovendien
• Verder
• Daarnaast
• Ook 
• Tot slot

Rij 1: feit

Rij 2: mening

Rij 3: feit

Maken 2.3

Opdracht 13 t/m 16

Klaar? Maak de Test jezelf.

Zelstandig aan het werk

Lesdoelen behaald? 

Wat is een feit?

1. Echt gebeurd of echt waar (controle)
2. Wat iemand vindt of denkt

Wat is een mening?

1. Echt gebeurd of echt waar (controle)
2. Wat iemand vindt of denkt

Feit of mening?

25 december is het eerste kerstdag.

1. Feit
2. Mening

Feit of mening?

Kerst is leuker dan Sinterklaas.

1. Feit
2. Mening

Juist of onjuist?
Het signaalwoord 'verder' hoort bij het tekstverband opsomming.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is geen signaalwoord van het tekstverband opsomming?

1. tot slot
2. verder
3. bovendien
4. maar

Compliment!

Jullie hebben goed gewerkt, ook hebben jullie de vragen hartstikke goed gemaakt!