4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen noemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.
Opdracht: maak de vragen 1 t/m 9 van par. 4.1