2.10 Samenstellingen

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.10
1.
Lesopening
2.
Lesdoelen
3.
Mini-check & Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.10
1.
Lesopening
2.
Lesdoelen
3.
Mini-check & Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Lesopening 
Pak je boek en je schrift van Nederlands en open je boek op blz. 82


huiswerk:
2.8 & 2.9 opdracht 1 t/m 5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2. Lesdoelen 
Aan het eind van deze les:
- weet je hoe je samenstellingen spelt
- weet je hoe je twee woorden samenvoegt tot een samenstelling. 

Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Weegt oplossingen tegen elkaar af
- Kiest beargumenteerd een oplossing

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is een samenstelling?
A
Een woord met een streepje erin
B
Een woord dat uit minimaal twee lettergrepen bestaat
C
Een woord dat bestaat uit meerdere werkwoorden
D
Een woord dat bestaat uit meerdere zelfstandig naamwoorden

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een samenstelling?
A
avon+tuur = avontuur
B
melk + pak = melkpak
C
honger+ig = hongerig

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wie maakt wat? 
Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 6 en 7 op blz. 82 en 83


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Instructie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling

Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden, 
heet een samenstelling.

Bijvoorbeeld: 
Voetbalwedstrijd

Slide 10 - Slide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Samenstellingen met -e of -en ertussen

Slide 11 - Slide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Maak een samenstelling:

+

Slide 12 - Open question

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 13 - Open question

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas
Maak de samenstelling:
boek + plank

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Maak de samenstelling:
zon + stelsel

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

5. Begeleid inoefenen
Had je alle vragen fout in de mini-check? Dan maken we samen opdracht 7 (zie volgende slide voor de opdracht)

De rest gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 6 en 7 op blz. 82 t/m 83 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

6. Zelfstandig werken 
Je maakt zelfstandig opdracht 6 en 7 op blz. 82 t/m 83 



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek (boekverslag) en ga je in stilte lezen.
timer
1:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Hoe ging de les? 
Heb je nog ergens vragen over?

Evaluatie leerdoelen: 
- weet je hoe je samenstellingen spelt?
- weet je hoe je twee woorden samenvoegt tot een samenstelling?



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk 
Maandag 21 november
2.10 opdracht 6 & 7
Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maak een samenstelling:

+

Slide 21 - Open question

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 22 - Open question

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas