This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhaling en Chronologie
Hoofdstuk 7
Slide 1 - Slide
Delen van het Midden-Oosten waren vroeger bezet door?
A
Groot-Brittannie en de VS
B
Frankrijk en Rusland
C
Groot-Brittannie en Frankrijk
D
Nederland en de VS
Slide 2 - Quiz
Zesdaagse Oorlog
Arabisch-Israëlische oorlog
Tekst
Yom Kipoer Oorlog
Israël tegen Egypte + Syrië
Israël tegen Egypte, Jordanië en Syrië
Suezcrisis
Egypte tegen Fr + GB + Israël
Israël tegen Arabische buurlanden
1948-1949
1956
1967
1973
Slide 3 - Drag question
Welk begrip wordt hier bedoeld?
Palestijnse volksopstand (tussen 1987-1993 en 2000-2005) tegen Israël.
A
Fatah
B
Hamas
C
Hagana
D
Intifada
Slide 4 - Quiz
Welk begrip wordt hier bedoeld?
Israëli’s die zich vestigen in de Gazastrook (tot 2005) en op de Westelijke Jordaanoever.
A
Israëlische nederzettingen
B
Joodse kolonisten
C
bezette gebieden
D
Mandaatgebied Palestina
Slide 5 - Quiz
De leider van de PLO was
A
David Ben Goerion
B
Anwar Sadat
C
Yasser Arafat
D
Osama Bin Laden
Slide 6 - Quiz
hamas
intifada
PLO
"overwinning". een Palestijnse bevrijdingsorganisatie onder leiding van Yasser Arafat.
"afschudden". opstand van Palestijnen tegen de Israel.
islamitische verzetsbeweging die de bevrijding van Palestina beoogt. Volgens sommigen een terroristische organisatie.
Slide 7 - Drag question
Wie is wie bij de Camp David Akkoorden? Bij welk land hoort hij?
Carter
VS
Begin
Sadat
Egypte
Israël
Slide 8 - Drag question
Wie is wie bij de Oslo Akkoorden? Bij welk land hoort hij?
Clinton
VS
Arafat
Rabin
PLO / Palesijnen
Israël
Slide 9 - Drag question
1920
1900
1932
1945
1946
1947
1952
1956
1948
1918
1964
Suez-crisis
Begin Arabisch nationalisme
Begin zionisme
oprichting PLO
Frankrijk en Groot-Brittannië besturen Midden-Oosten
Ottomaanse rijk verslagen in WOI
Stichting Israël
Verdelingsplan VN
Irak onafhankelijk
Egypte wordt een republiek
oprichting VN
Jordanië onafhankelijk
al-Naqba
Slide 10 - Drag question
1967
1973
1990
1987
1993
1994
2000
2005
1979
2007
Tweede intifada
Jom Kippoer- /Ramadan- /oktoberoorlog
ontruiming Joodse nederzettingen in Gazastrook
Akkoorden van Oslo (vrede Israël en PLO)
Zesdaagse oorlog
Gaza oorlog
Vrede Jordanië en Israël
Eerste intifada
Oliecrisis
Vrede Egypte en Israël (Camp David akkoord)
Slide 11 - Drag question
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
Stichting Israël
Begin Arabisch nationalisme
Verdelingsplan VN
Ottomaanse rijk verslagen in WOI
Begin zionisme
Slide 12 - Drag question
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
Akkoorden van Oslo (vrede Israël en PLO)
Zesdaagse oorlog
Vrede Egypte en Israël (Camp David akkoord)
Eerste intifada
Jom Kippoer- /Ramadan- /oktoberoorlog
Slide 13 - Drag question
Herhaling en Chronologie
Hoofdstuk 3
Slide 14 - Slide
1 Cornelis de Houtman had op Java geen last van kooplui uit andere landen. 2 De Nederlanders gingen vooral voor specerijen naar Oost-Indië. 3 De volkeren in de Indonesische archipel hadden weinig met elkaar te maken. 4 Toen De Houtman in 1595 (zie plaatje) in Oost-Indië aankwam, werkte hij voor de VOC.
Zijn de vier bovenstaande uitspraken juist of onjuist?
A
1. onjuist, 2. juist, 3. juist, 4.onjuist
B
1. juist, 2. juist, 3. juist, 4.onjuist
C
1. onjuist, 2. onjuist, 3. juist, 4.onjuist
D
1. onjuist, 2. juist, 3. onjuist, 4.juist
Slide 15 - Quiz
Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 16 - Quiz
Op deze afbeelding zie je Indonesische studenten in Nederland.
Met welke twee begrippen kun je dit in verband brengen?
A
1. Nationalisme en 2. Ethische politiek
B
1. Atjeh-oorlog en 2. Ethische politiek
C
1. Nationalisme en 2. Koelies
D
1. Koelies en 2. Ethische politiek
Slide 17 - Quiz
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
Opkomst particuliere bedrijven in Nederlands-Indië
VOC-gebieden worden Nederlands-Indië
oprichting VOC
invoering Cultuurstelsel
VOC failliet
Slide 18 - Drag question
In 1977 gijzelden Molukse jongeren treinpassagiers en kinderen en docenten van een basisschool in Drenthe.
Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor de Molukse kwestie die toen speelde.
Welke is een indirecte oorzaak (een dieperliggende reden)?
A
De uitroeping van een eigen staat op het eiland Ambon door Molukkers in 1951.
B
De verovering van de Molukse eilanden door Jan Pieterszoon Coen.
C
De komst van 4.500 Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen naar Nederland.
D
Geen van genoemde antwoorden is een indirecte oorzaak.
Slide 19 - Quiz
Welke tekst hoort bij welk begrip?
Let op!: ieder begrip mag maar één keer worden gebruikt.
Let op! Er blijft één begrip over.
Er werden handelsnederzettingen op gunstig gelegen plaatsen gesticht. Die bestonden uit een fort, een haven, wat pakhuizen en woningen. Van hieruit werd handel gedreven met de inlandse bevolking.
Begin 1621 verscheen de VOC met twaalf schepen voor het grootste eiland van de Banda-eilanden. De bemanning opende het vuur en kreeg de belangrijkste vestiging van het eiland in handen. Duizenden Bandanezen vluchtten naar de bergen. Hun dorpen werden verwoest. De inwoners werden onthoofd.
De koning van het eiland gaf aan de Compagnie de verzekering dat alle peper en wilde kaneel die in zijn rijk groeiden aan de Compagnie geleverd zouden worden. Verder zou alle peper geladen worden op schepen van de Compagnie, zonder dat andere landen er iets van zouden krijgen.
factorij
monopolie
strafexpeditie
cultuurstelsel
Slide 20 - Drag question
eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
Soevereiniteitsoverdracht
Soekarno roept de onafhankelijkheid uit
ethische politiek
Tweede politionele actie
Japan capituleert
Slide 21 - Drag question
In 1830 voerde koning Willem I in Nederlands-Indië het cultuurstelsel in.
Hoe werkt het cultuurstelsel?
A
Je mag je eigen stukje grond houden
B
Je moet 1/5 deel verplicht verbouwen voor de Nederlanders
C
Je moet specerijen verbouwen voor de Nederlanders
D
Je moet een handelsmonopolie opbouwen
Slide 22 - Quiz
Bekijk de afbeelding. In de legenda zie je een aantal vraagtekens.
Wanneer hoorde het lichtpaarse en donkerpaarse gebied ook bij het Japanse keizerrijk?
A
Tijdens de Eerste Wereldoorlog
B
Tijdens de Politionele Acties.
C
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 23 - Quiz
Uit welke periode komt het affiche?
En met welk doel is het affiche gemaakt?
A
periode: 5 mei 1945 - 17 augustus 1945, doel affiche: Indonesië na de Japanse
bezetting weer op te bouwen
B
periode: 5 mei 1945 - 17 augustus 1945, doel affiche: Japan uit Indonesië te
verdrijven
C
periode: 17 augustus 1945 - 27 december 1949, doel affiche: Indonesië na de Japanse
bezetting weer op te bouwen
D
periode: 17 augustus 1945 - 27 december 1949, doel affiche: Japan uit Indonesië te
verdrijven
Slide 24 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Indonesische onafhankelijkheid wordt door Nederland erkend
Japanse bezetting van Indonesië
Politionele Acties en Onafhankelijkheidsstrijd
Indonesië heet Nederlands-Indië en is een kolonie van Nederland.
Slide 25 - Drag question
Wat was het doel van de Ethische Politiek?
A
Een einde maken aan het gehate Cultuurstelsel.
B
De discriminatie van de Indonesische bevolking.
C
De deportatie van Javanen naar veraf gelegen eilanden.
D
Het brengen van welvaart en ontwikkeling voor de Indonesische bevolking.
Slide 26 - Quiz
Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met de onafhankelijkheid van Indonesië. Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger maar later. Zet de vroegste gebeurtenis bij 1, de laatste bij 5.
1
2
3
4
5
Indonesië wordt een soevereine staat
Japan bezet Nederlands-Indië na de overgave van het KNIL
Nederland voert politionele acties uit in Indonesië
Soekarno roept de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië uit
Soekarno richt de Partai Nasional Indonesia (PNI) op
Slide 27 - Drag question
Lees de volgende uitspraken over de 2 personen in de afbeelding:
1 Na de machtsovername van Soeharto verbeterde de relatie tussen Nederland en Indonesië.
2 Soeharto nam de macht van Soekarno over.
Welke zin is juist?
A
Uitspraak 1 is juist.
B
Uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
Slide 28 - Quiz
1619
1870-1914
1799
1816
1830
1860
1869
1870
1602
1596
invoering Cultuurstelsel
afschaffing Cultuurstelsel
stichting Batavia
oprichting VOC
Grote uitbreiding Nederlands-Indië
opening Suez-kanaal
VOC-gebieden worden Nederlands-Indië
Opkomst particuliere bedrijven in Nederlands-Indië