Deelwoorden bijvoeglijk gebruiken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

VD en OD bijvoeglijk gebruikt

Belangrijke info:

Toets werkwoordspelling op donderdag 7 april

Wat is een voltooid deelwoord?

Ik heb gelopen

Ik ben gevallen

Ik heb gehoopt

Ik ben beroofd

Bijvoeglijk naamwoord?

Het mooie meisje

De rode fiets

De kwade man

VD als bijvoeglijk naamwoord

Ik ben gevallen                             (= vd)

Het gevallen kind                        (= vd als bijv.nw)

Piet heeft geschreven              (= vd)

De geschreven brief                  (= vd als bijv.nw)

Wat is het verschil?

vergrote - vergrootte

bestede - besteedde

verbrede - verbreedde

Voorbeeldzinnen

• We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
• De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
• Het bestede bedrag kun je declareren.
• De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
• Het verbrede pad zag er goed uit.
• Gisteren verbreedde de tuinman het pad. 

Een voltooid deelwoord kun je ook bijvoeglijk gebruiken. Maak een voorbeeldzin!

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken?

Schrijf het zo kort mogelijk!

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (bederven) vlees

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Verwoesten: de ........ stad

De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De soep is gekruid.
De _____ soep.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De vogel is opgezet.
De _____ vogel.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Het winkelcentrum is verbouwd.
Het _____ winkelcentrum.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (stranden) schip

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Schrikken: een ........ voorbijganger

Schrikken: de ........ mensen

Wat is een onvoltooid deelwoord? (OD)

Hele werkwoord + d

Huilend

Lopend

Gillend

Brandend

OD kun je ook bijvoeglijk gebruiken

Het kind liep huilend door de straat         (=od)

Het huilende kind liep door de straat      (= od als bijvoeglijk nw)

Schreeuwend viel de man op de grond    (=od)

De schreeuwende man                                    (= od als bijvoeglijk nw)

Alles op een rijtje:

Ik loop naar huis                                       (pvtt)

Ik liep naar huis                                          (pvvt)

Ik heb gelopen                                            (vd)

De gelopen race                                         (vd als bijv.nw)

Ik ging lopend naar m'n werk               (od)

De auto staat met lopende motor voor huis   (od als bijv.nw)

Schrijf een voorbeeldzin met het OD als bijvoeglijk naamwoord.

Noteer het OD als bijvoeglijk naamwoord.
vragen: een ... meisje

Noteer het OD als bijvoeglijk naamwoord.
gillen: de ... keukenmeid

Noteer het OD als bijvoeglijk naamwoord.
spieken: het ... kindje