Beschouwing les 1/formuleren 6

Welkom
Pak je laptop, log in op LessonUp
 en pak je boek, een pen en papier.

                                                    Nederlands havo 4
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Pak je laptop, log in op LessonUp
 en pak je boek, een pen en papier.

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Slide

Beschouwing/
formuleren
Doel: ik kan een beknopte bijzin herkennen en verbeteren.

Doel: ik weet wat een beschouwing is. 

Doel: ik ken succescriteria voor een goede beschouwing. 



Slide 2 - Slide

Lesopzet
  • Uitleg en oefeningen beknopte bijzin
  • In groepjes beschouwingen lezen/bekijken + eisen noteren
  • Eisen presenteren en vergelijken
  • Beste beschouwing bespreken


Slide 3 - Slide

Foutief beknopte bijzin
1. Wat is eigenlijk een bijzin?

2. Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?

3. Wanneer is een beknopte bijzin foutief?

Slide 4 - Slide

Bijzin
* Toen de trein op het perron aankwam, stond het daar helemaal vol met forensen. 
* Omdat we morgen een proefwerk hebben, ga ik vanmiddag heel hard leren. 
*Ik blijf vandaag voor de zekerheid thuis, omdat ik gisteren pijn in mijn keel had.  

Slide 5 - Slide

Bijzin
* Toen de trein (ow) op het perron aankwam (pv), stond het daar helemaal vol met forensen. 
* Omdat we (ow) morgen een proefwerk hebben (pv), ga ik vanmiddag heel hard leren. 
*Ik blijf vandaag voor de zekerheid thuis, omdat ik (ow) gisteren pijn in mijn keel had (pv).  

Slide 6 - Slide

Beknopte bijzin
Er zijn drie soorten beknopte bijzinnen:

Met een voltooid deelwoord:
Bij het theater aangekomen was de voorstelling al begonnen.
Met een onvoltooid deelwoord:
Fietsend kwam ik erachter dat ik mijn gymtas was vergeten.
Met te + hele werkwoord:
Na drie uur overlegd te hebben ging de staking uiteindelijk niet door.

Slide 7 - Slide

Beknopte bijzin
1. Zwervend door Griekenland, kwam Oedipus op een driesprong zijn vader tegen. 
2. Op het strand aangespoeld, kreeg hij gelijk een deken om zich heen.  
3. Om een hoog cijfer te krijgen, moest hij echt een middagje blokken. 

Slide 8 - Slide

Beknopte bijzin
1. Zwervend door Griekenland, kwam Oedipus op een driesprong zijn vader tegen. (Oedipus zwierf)
2. Op het strand aangespoeld, kreeg hij gelijk een deken om zich heen.  ('hij' spoelde aan)
3. Om een hoog cijfer te krijgen, moest Jantine echt een middagje blokken. ('Jantine' wil een hoog cijfer)

Slide 9 - Slide

Voorwaarde!
Je mag het onderwerp wel uit een beknopte bijzin weglaten, maar er is wel één voorwaarde:

Het weggelaten onderwerp is uit de bijzin is hetzelfde onderwerp als het onderwerp uit de hoofdzin. 

Slide 10 - Slide

Beknopte bijzin
1. Zwervend door Griekenland, kwam Oedipus op een driesprong zijn vader tegen. (Oedipus zwierf)
2. Op het strand aangespoeld, kreeg hij gelijk een deken om zich heen.  ('hij' spoelde aan)
3. Om een hoog cijfer te krijgen, moest Jantine echt een middagje blokken. ('Jantine' wil een hoog cijfer)

Slide 11 - Slide

Foutieve beknopte bijzin
  • In een beknopte bijzin staat geen persoonsvorm;
  • In een beknopte bijzin staat geen onderwerp;
  • Er is altijd een 'denkbeeldig' onderwerp;
  • Het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin.

Lachend kwamen de meisjes de klas binnen.

Slide 12 - Slide

Foutief beknopte bijzin
1. Dromend van zijn vriendin, stond de lantaarnpaal ineens in de weg en stootte hij zijn hoofd. 
ow hoofdzin = de lantaarnpaal
ow bijzin= 'hij'
2. In het stadion aangekomen, bleken de ballen allemaal lek.
ow hoofdzin = de ballen
ow bijzin = het elftal (of wij)

Slide 13 - Slide

Los op twee manieren op:
1. Zet in de bijzin weer een ow en pv: 
Terwijl Jasper droomde van zijn vriendin, stond de lantaarnpaal ineens in de weg en stootte hij zijn hoofd. 

Op het moment dat het elftal in het stadion aankwam, bleken de ballen allemaal lek.


Slide 14 - Slide

Los op twee manieren op:
2. Verander het onderwerp in de hoofdzin:
Dromend van zijn vriendin, ontdekte hij dat de lantaarnpaal ineens in de weg stond en daardoor stootte hij zijn hoofd. 

Bij de wedstrijd aangekomen, ontdekte het elftal dat de ballen allemaal lek waren.


Slide 15 - Slide

Welke zin is correct?
A
Wachtend voor de kassa had Ernst genoeg tijd voor een praatje met zijn collega.
B
Wachtend voor de kassa duurt de tijd altijd langer dan normaal.

Slide 16 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Nog half slapend maakte de koffie ons weer een beetje wakker.
B
Nog half slapend werden we door de koffie weer een beetje wakker.

Slide 17 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Na de kozijnen geverfd te hebben begon het plotseling te regenen.
B
Na de kozijnen geverfd te hebben moest Jonathan ook de dakgoten nog doen.

Slide 18 - Quiz

Opdracht
  • H7 P6: maak opdracht 
1 t/m 3
  • zelf
  • samen
  • deels samen
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Opdracht 1
1 B Na een uur gewinkeld te hebben kregen de meisjes trek in een hapje en een drankje.
2 A Klauterend tegen de steile klimwand hijgde Gözde van de enorme inspanning.
3 A Veel te laat gearriveerd voor de eerste les haalde Donald bij de conciërge een telaatbriefje.
4 A Door steeds op elkaar te mopperen in plaats van samen te werken, stonden de basketballers van Orca’s al snel tien punten achter.
5 B Na deze opdracht te hebben afgerond kun je elke beknopte bijzin controleren op grammaticale correctheid.

Slide 20 - Slide

Opdracht 2
1 Toen ik op mijn racefiets door het bosrijke landschap reed, stak vlak voor mij een wild zwijn met zes jongen het fietspad over.
Of:
Op mijn racefiets door het bosrijke landschap rijdend zag ik vlak voor mij een wild zwijn met zes jongen het fietspad oversteken.
2 Terwijl we op het scoutingkamp gezellig kampliederen zongen, werden de uien voor een heerlijke macaronischotel gesneden.
Of:
Tijdens het scoutingkamp gezellig kampliederen zingend sneden we de uien voor een heerlijke macaronischotel.

Slide 21 - Slide

Opdracht 2
3 Doordat de Oosterschelde met een stormvloedkering is afgesloten van de Noordzee, is het water in die zeearm bijna zoet geworden.
4 Omdat ze op school veel werd gepest door enkele klasgenoten, moesten gesprekken met een psycholoog Winanda weer wat zelfvertrouwen geven.
Of:
Op school veel gepest door enkele klasgenoten kreeg Winanda weer wat zelfvertrouwen door gesprekken met een psycholoog.
5 Terwijl hij nog heerlijk sliep in zijn warme bed, prikte een zonnestraal in Eriks ogen, waardoor hij wakker werd.
Of:
Heerlijk slapend in zijn warme bed werd Erik wakker doordat een zonnestraal in zijn ogen prikte.

Slide 22 - Slide

Welke drie tekstsoorten
kennen we?
timer
2:00

Slide 23 - Open question

Wat zijn de verschillen?
timer
2:00

Slide 24 - Open question

Opdracht
  • Lees de beschouwingen (globaal)
  • Welke is de beste? Waarom?
  • Welke is het minst goed? Waarom?
  • Maak (op de achterkant van een van de teksten) een lijst met 10 eisen waaraan een goede beschouwing voldoet. 


timer
12:00

Slide 25 - Slide

Opdracht
  • Per groepje de eisen delen met de klas

  • De beste kort bij lang


Slide 26 - Slide

Succescriteria
  • Inleiding: aandacht trekken, onderwerp introduceren
  • Duidelijke structuur, tussenkopjes
  • Signaalwoorden
  • Kernzinnen
  • Voorbeelden, uitleg
  • Bronvermelding
  • Samenvatting met afweging —> lezer zelf mening laten vormen
  • Spelling en formulering

Slide 27 - Slide

Huiswerk
  • H7 P6 opdracht 1 t/m 3 maken + nakijken

Slide 28 - Slide