Oefenen met signaalwoorden

OPBOUW TEKST & TEKSTVERBANDEN

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

OPBOUW TEKST & TEKSTVERBANDEN

Slide 1 - Slide

Een tekst die goed is opgebouwd heeft altijd logische
verbanden tussen de verschillende zinnen en alinea’s.

De schrijver gebruikt signaalwoorden om deze verbanden duidelijk te maken. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opsomming
Allereerst, vervolgens, daarna, ten eerste/tweede/derde.

Allereerst hebben jullie  vandaag Nederlands les, vervolgens krijgen jullie rekenen en tenslotte hebben jullie mentoruur.



Slide 4 - Slide

Tegenstelling

maar, echter, hoewel, toch

Ik houd wel van winterweer maar ik zit toch liever bij de kachel. In tegenstelling tot Noah die het heerlijk vindt om in de kou te zijn

Slide 5 - Slide

Welke signaalwoorden?
1. Pieter moest gaan lopen omdat hij een lekke band kreeg.

2. Elsa had zich verslapen, maar was nog net op tijd voor haar examen.

Slide 6 - Slide

Opsomming

Tegenstelling

Toelichting/voorbeeld

Doel-middel

Oorzaak-gevolg



Ten eerste, vervolgens, en, ook

Maar, echter, toch

Bijvoorbeeld, zoals

Daarvoor, zodat, om....te

Doordat, waardoor

Slide 7 - Slide

Nu eerst signaalwoorden herkennen.

Slide 8 - Slide

Ik ben vandaag iets later thuis, WANT ik ga eerst nog even boodschappen doen.
A
Samenvatting
B
oorzaak
C
Doel-middel
D
Reden/argument

Slide 9 - Quiz

Ik voer dit onderzoek uit ZODAT ik kan bewijzen dat dit plan moet worden uitgevoerd.
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Doel-middel

Slide 10 - Quiz

VANWEGE het lawinegevaar konden we niet gaan skiën.
A
Oorzaak-gevolg
B
Tegenstelling
C
Toelichting
D
Samenvatting

Slide 11 - Quiz


Hij ging op tijd van huis vanmorgen. TOCH miste hij de trein.
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Tegenstelling
D
Conclusie

Slide 12 - Quiz

AL MET AL zie ik maar één mogelijkheid: stoppen met roken!
A
Conclusie
B
Toelichting
C
Samenvatting
D
Opsomming

Slide 13 - Quiz

Het Rode Kruis zoekt dringend vrijwilligers OM aan de groeiende hulpvraag TE kunnen voldoen.

A
Oorzaak-gevolg
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Doel-middel

Slide 14 - Quiz

Mijn broertje wil graag een ijsje, een appeltaart, een glas drinken EN een pizza. Hier is sprake van een
A
Tegenstelling
B
Oorzaak-gevolg
C
Opsomming
D
Toelichting

Slide 15 - Quiz

Nu  signaalwoorden kiezen/schrijven.

Slide 16 - Slide

Op vakantie lopen mensen vaak ziektes op ..……
malaria en het zika-virus.
A
zoals
B
zodat
C
als gevolg van
D
echter

Slide 17 - Quiz

Ik wil graag een nieuwe fiets kopen, .....
dit kan niet want ik heb geen geld.
A
daardoor
B
dus
C
maar
D
toch

Slide 18 - Quiz

We zijn nog geen achttien jaar, ...…
we mogen nog geen alcohol kopen.
A
tenzij
B
dus
C
zodat
D
want

Slide 19 - Quiz

.....Marit niet had geleerd voor het examen, haalde ze toch een voldoende.
A
Tenzij
B
Hoewel
C
Omdat
D
Zodat

Slide 20 - Quiz

lesdoel bereikt? 
Je kunt verbanden en signaalwoorden benoemen.
Je kunt deze verbanden en signaalwoorden in veelvoorkomende tekstsoorten aanwijzen en de functie ervan benoemen.

Slide 21 - Slide

Aan het werk!
Start je lesmethode Door Nederlands op
Ga naar: Beroepspraktijkvorming 
6. Leerbedrijf vinden
Examentraining

Slide 22 - Slide