Presentatie. deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

    Non-verbale communicatie

1)  Schriftje op tafel

2) Pen op tafel

          Open

  Lessonup.app

                                         Welkom!

              Voordat de les is begonnen, heb jij:

1. Onderzoeken wat goede non-verbale communicatie is tijdens een presentatie. 
2. Ga jij jouw eigen leerdoel voor presenteren opschrijven --> dit was huiswerk
3. Ga jij een korte presentatie geven in een klein groepje.
4. Terugblik lesdoelen 
5. Spel 

Wat gaan we vandaag doen?

• Jij kan uitleggen wat non- verbale communicatie betekent.
• Jij kan uitleggen waarom non-verbale communicatie belangrijk is tijdens   het presenteren.  
• Jij kan benoemen wat jouw leerdoel is op non-verbale communicatie.
• Jij kan een korte presentatie uitvoeren voor een klein groepje. 
• Jij kan benoemen waar je al goed in bent qua non-verbale communicatie.

               Lesdoelen

Presenteren =

      Non-verbale         communicatie

         Verbale         communicatie

  Vandaag

Wat is non-verbaal communiceren?

  Non- verbale communicatie = 

• Je krijgt straks twee filmpjes te zien van personen die presenteren. En daarbij worden vragen gesteld.
• Wat zijn de verschillen tussen deze twee presentaties qua non- verbale communicatie? Welke vind je beter en waarom?  (Let op  handen, stem, tempo spreken, lichaamshouding, en gebruik van ruimte.)

We gaan zo 2 filmpjes bekijken:

00:44

Wat doet hij minder goed?

00:44

Wat doet W. Alexander goed qua non- verbale communicatie?

Als je spreekt voor publiek, is het niet alleen belangrijk wát je zegt (verbale communicatie), maar ook hóé je het zegt en wat je uitstraalt terwijl je het zegt (non-verbale communicatie). Je stemgebruik, lichaamstaal en interactie met het publiek bepalen voor meer dan de helft het succes van je presentatie.

Let daarom bij het spreken voor publiek op het volgende:

• Lichaamstaal: sta rechtop, met je voeten stevig op de grond. Maak gebaren die je woorden ondersteunen. Overdrijf hierin niet: blijf jezelf en herhaal niet steeds hetzelfde gebaar. Straal enthousiasme uit en laat zien dat je gelooft wat je zegt.

• Interactie: maak oogcontact met het publiek. Kijk goed rond en betrek het hele publiek bij je presentatie. Kijk dus niet steeds naar dezelfde personen of naar dezelfde plek in de ruimte. Reageer op wat er in het publiek gebeurt. Als er gelachen wordt of onrust ontstaat, wacht dan tot het weer rustig wordt.

Wat wil jij nog verbeteren qua non- verbale communicatie?

1. Hoe ik mijn handen moet doen tijdens een presentatie.
2. Hoe ik meer zelfverzekerd kan staan.
3. Mijn stemgebruik: volume, tempo
4. Het oogcontact en de ruimte

00:38

Wat doet de presentator goed qua non-verbale communicatie?

00:40

Wie vond jij de beste in zijn non-verbale communicatie en waarom?

Pak je schriftje en pen!

• Schrijf in steekwoorden op wat je wilt zeggen tijdens je kleine presentatie van 1 minuut. 
• Je krijgt hier 2 minuten de tijd voor.
• Je kiest als onderwerp: jouw idool of een hobby

Opdracht 1: steekwoorden opschrijven (2 min)

Ga allemaal achter je stoel staan:

Doe mij na

Waar ga jij straks opletten/ oefenen?

Na mijn uitleg, kan jij aan mij de opdracht uitleggen.

         Opdracht uitleggen 

Opdracht: korte presentatie geven (we letten alleen op non-verbale communicatie).

Wat?

Hoe?

Wie?

Hulp?

Tijd?

Klaar?

Korte presentatie geven (je leest de opdracht straks op papier met jouw groepje)

De klasgenoten die luisteren vullen het beoordelingsformulier in

Eerst in jouw groepje vragen, ik loop ook langs

We doen dit in rondes. Iedereen komt aanbod. 

15 minuten. Iedereen moet aanbod zijn gekomen binnen 15 minuten. Je moet soms 2x presenteren . Lees eerst de opdracht goed. 

Dan steek je jouw vinger omhoog en kom ik bij jullie langs.

Bij binnenkomst, heb je een kleurtje gekregen van mij

• Ga bij de tafel zitten, waar jij dezelfde kleur van hebt.
• Neem een pen of potlood mee naar de tafel  

Je krijgt 30 sec de tijd om te verplaatsen! GO!

Groep 1= Paars

Groep 2= Blauw

Groep 3= Geel 

Opdracht: korte presentatie geven (we letten alleen op non-verbale communicatie).

Wat?

Hoe?

Wie?

Hulp?

Tijd?

Klaar?

Korte presentatie geven (je leest de opdracht straks op papier met jouw groepje)

De klasgenoten die luisteren vullen het beoordelingsformulier in

Eerst in jouw groepje vragen, ik loop ook langs

We doen dit in rondes. Iedereen komt aanbod. 

15 minuten. Iedereen moet aanbod zijn gekomen binnen 15 minuten. Je moet soms 2x presenteren . Lees eerst de opdracht goed. 

Dan steek je jouw vinger omhoog en kom ik bij jullie langs.

RONDE 1 

Ronde 2

RONDE 3

RONDE 4

Wat is een sterk punt van jouw non-verbale communicatie?

Waar waren de tops van jouw klasgenoten?

Instructie:

• De klas gaat uitbeelden, één leerling gaat raden. 
• De 'rader' gaat met zijn of haar rug naar het scherm zitten.
• De docent draait aan de spinner.
• Wissel om de 2 lichaamshoudingen van beurt. 

Spel: lichaamshouding uitbeelden 

Tot de volgende les!

• Schuif alsjeblieft jouw stoel aan.
• Ga achter jouw stoel staan.
• Alles weer netjes: grond? Tafel?

Dank je wel!