Vaak gaan boeken over opgroeien tussen twee culturen in, en zeker als die zich afspelen in de Bijlmer, over armoede, criminaliteit en huiselijk geweld. In dit boek gaat het eens een keer over een Nederlands-Surinaams gezin waarvan de ouders gelukkig getrouwd zijn en waarin er voldoende inkomen is voor een auto en vakanties. De ouders hebben beiden gewoon een baan. Het meisje Sheila en haar drie broers zitten op het gymnasium of zijn al aan het studeren. Het is een vrolijke roman vol van de gebruikelijke puberproblemen, maar dan vanuit een andere invalshoek dan gebruikelijk in de Nederlandse literatuur. Veelzeggend waren de reacties die ik kreeg van Hollandse vriendinnen. Ze zeiden dat ik hun (Nederlandse) puberteit zo raak had beschreven. Een groot compliment.