This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vechten, bidden, werken
Tijd van Monniken & Ridders (500 - 1000)
4.2 Boeren en ridders
Slide 1 - Slide
Romeinse Rijk
Sterk bestuur & leger
Veiligheid voor de burgers
Veel handel
Steden
Agrarisch-urbane samenleving: Mensen leven op het platteland en in de steden.
Middeleeuwen
Minder sterk bestuur & geen leger
Onveilige tijden voor de burgers
Handel & nijverheid verdwijnen
Nauwelijks nog steden
Agrarische samenleving: Mensen leven voornamelijk op het platteland.
Slide 2 - Slide
Agrarisch-urbane samenleving (Grieken & Romeinen)
Agrarische samenleving (Vroege Middeleeuwen)
Slide 3 - Slide
Op het domein
In een leengebied had je meerdere dorpen of kleine plaatsen.
Het dorp in een leengebied = Domein
Het domein word bewerkt volgens het hofstelsel
- Hoeveland
- Saalland
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
De horigen
Plichten:
Pacht betalen --> deel van de oogst
Herendiensten doen --> vast aantal dagen werken voor de heer.
Op de akkers van de heer werken
Toestemming vragen om het domein te verlaten
Rechten:
Recht op bescherming door hun heer
- Schuilplaats bieden in kasteel - Rovers verjagen
Hulp met wederopbouw door heer
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Noem de plichten van de horige aan zijn heer.
Slide 8 - Open question
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wie woonde waar op het domein?
Slide 11 - Drag question
Hofstelsel (1)
Een dorp met landbouwgrond eromheen heette een domein
De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp
Slide 12 - Slide
Hofstelsel (2)
In het hofstelsel was het domein in 2 stukken verdeeld.
Het ene deel van de grond was verhuurd aan horige boeren voor eigen opbrengst. Zij moesten een deel van opbrengst als pacht (belasting) betalen)
De opbrengst van het andere deel was volledig van de heer.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Wat is een horige?
A
Iemand die goed kan luisteren
B
Een persoon die baas is over andere boeren
C
Een onvrije boer die werkt op een domein
D
Een vrije boer die alles zelf mag beslissen
Slide 16 - Quiz
Hoe noemden de mensen in de middeleeuwen de landbouwgrond rond een dorpje of een kasteel?
A
Leengebied
B
Hofstelsel
C
Domein
D
Horige
Slide 17 - Quiz
Het drieslagstelsel
Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak).
Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.
Ineens was er veel meer voedsel beschikbaar!
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Vechten, bidden, werken
Tijd van Monniken & Ridders (500 - 1000)
Huiswerk 4.3 Boeren en ridders Onderdeel A Opdracht 1 Onderdeel B Opdracht 2 t/m 4 Onderdeel C Opdracht 1bc t/m 2
Slide 20 - Slide
Ridders en kastelen
Ridders waren strijders te paard die vochten voor een heer
In ruil daarvoor kreeg de ridder een paard, de wapenuitrusting en een kasteel
In naam van de heer sprak hij soms ook recht in zijn gebied.
Slide 21 - Slide
Ridders woonden in kastelen, maar dat waren in het begin vaak houten boerderijen, die pas later van steen werden.
Slide 22 - Slide
Door oorlogen, rovers en invallen van buitenaf (bijv. de Vikingen)werd het steeds onveiliger!!
Door de rooftochten van de Vikingen werd het steeds onveiliger
Bovendien onderlinge oorlogen
Daarom werden kastelen rond het jaar 1000 steeds meer van steen gebouwd
Slide 23 - Slide
...met dikke muren en als je het kasteel niet op een