This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Het Romeinse Rijk
2.5 Het christendom
Klas 1
Slide 1 - Slide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het christendom ontstond en waarom dit een belangrijke godsdienst werd.
Slide 3 - Slide
Welk geloof hadden de Romeinen?
Slide 4 - Open question
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst.
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.
Slide 5 - Slide
Joden
Een volk
Hun godsdienst is: het Jodendom
Monotheistische godsdienst
Verlosser: messias
Tenach als boek (oude testament)
Slide 6 - Slide
Opstand van de Joden
Gespannen relatie tussen Joden en Romeinen;
Gouverneurs lieten de Joden meer belasting betalen.
Romeinen kozen wie de hogepriester van Jeruzalem was.
Romeinse keizer Caligula moest vereerd worden als god.
Joden kwamen in opstand
Opstand werd neergeslagen;
Opstand voorkomen → Joden verspreiden over de wereld (diaspora)
Slide 7 - Slide
Joodse verlosser in Jeruzalem
Joodse man (Jezus) vertelt mensen over god.
Jezus krijgt veel aanhangers (armen en vrouwen)
De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem.
Slide 8 - Slide
Heeft Jezus echt bestaan?
Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn.
Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon.
Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).
Slide 9 - Slide
Christenen
De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen.
Deze naam komt van Christus, dat 'gezalfde' betekent.
Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd.
Slide 10 - Slide
Christenen in het Romeinse Rijk
Snel verspreid.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.
Slide 11 - Slide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.
Slide 12 - Slide
Christenvervolging
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer! : Vervolging
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.
Slide 13 - Slide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.
Slide 14 - Slide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god.
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn.
Slide 15 - Slide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Keizer Nero was één van de felste tegenstanders van de christenen. Hij gaf hen de schuld van de grote brand van Rome (die hij vermoedelijk zelf had laten stichten) en liet hen op de meest gruwelijke manieren aan hun eind komen.
Dit is een schilderij uit de 19e eeuw: Nero kijkt naar het lichaam van een christen die zojuist om het leven is gebracht.
Slide 16 - Slide
Constantijn de Grote
Christenen worden eerst vervolgd.
Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: Hij krijgt een visoen.
Hij won de veldslag en werd christen...
Rellen tussen Christenen en Romeinen;
Godsdienstvrijheid
Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.
Slide 17 - Slide
Keizer Theodosius
keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden (380).
Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
Vervolging andere geloven: Olympische Spelen worden verboden.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote
Slide 18 - Slide
Betrouwbaarheid bronnen:
Is het een bron uit de tijd zelf?
Wie heeft de bron gemaakt en waarom?
Staan er vooral feiten of vooral meningen in de bron?
Kun je de informatie in deze bron ook in andere bronnen vinden?
Slide 19 - Slide
Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.
Slide 20 - Quiz
Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.
Slide 21 - Quiz
Welke gebeurtenis is het minst lang geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.
Slide 22 - Quiz
Vanaf het jaar 312 mochten christenen niet meer vervolgd worden. Maar ook vóór die tijd groeide het christendom snel: steeds meer mensen werden christen. Geef daar drie redenen voor.
Slide 23 - Open question
Begrippen uit deze les
polytheïsme
monotheïsme
christendom
Christus/Messias
catacomben
vervolgen
staatsgodsdienst
Slide 24 - Slide
Personen uit deze les
Jezus van Nazareth
Nero
Constantijn de Grote
Theodosius I de Grote
Slide 25 - Slide
Jaartallen uit deze les
63 v. Chr.: Romeinen veroveren de streek Palastina
30 n. Chr. Jezus wordt door de Romeinen gekruisigd
312: Constantijn de Grote staat het christendom toe
380: het christendom wordt staatsgodsdienst onder Theodosius
Slide 26 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 27 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen