Herhaling H3 1/2 1BK2

Welkom


04-03-2024
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom


04-03-2024

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Huiswerkcontrole
  • Leerdoelen 
  • Herhaling §3.1 en §3.2
  • Zelfstandig leren voor de toets
  • Terugblik op leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole
Alle opdrachten van §3.5 'De winkel en het milieu' zijn afgerond.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les...
  • Kan de leerling de 4p's benoemen.
  • Kan de leerling voorbeelden geven van de 4p's.
  • Kortingen berekenen.
  • Weet de leerling hoe een bedrijfskolom werkt.
  • Kan de leerling fases van bedrijfskolommen herkennen.

Slide 4 - Slide

Herhaling van 
§3.1 'De kunst van het verkopen' en §3.2 'Van grondstof naar eindproduct'

Slide 5 - Slide

§3.1 De kunst van het verkopen
Marketing
Alle activiteiten die een bedrijf doet om zoveel mogelijk te verkopen.
Ook wel "De kunst van het verkopen" genoemd

Slide 6 - Slide

Marketingmix
De 4 p's vormen samen de marketingmix:
1. plaatsbeleid (waar?)
2. prijsbeleid (prijs?)
3. promotiebeleid (aandacht v/d klant?)
4. productbeleid (soort product?)

Slide 7 - Slide

Plaats:
Het zoeken van een goede plaats om producten te verkopen. Dit kan zowel fysiek in een winkel zijn als digitaal via het internet. 

Vb. een Bakkerij openen in een drukke winkelstraat. 
Promotiebeleid
Activiteiten om aandacht van een klant te trekken.
Winkeliers adverteren op verschillende manieren.

Online:  sociaal media, e-mail en videoadvertenties.
Offline: kranten, televisie, radio en billboards


Slide 8 - Slide

Productbeleid:
Wat voor soort product er wordt verkocht, is een belangrijk onderdeel van productbeleid. Dit gaat over het type producten dat een bedrijf aanbiedt en hoe het bedrijf wil worden gezien door klanten. 
Prijsbeleid:
De prijs die gevraagd wordt voor producten. Winkeliers weten dat klanten letten op prijzen en houden daar rekening mee.
Denk aan aan de aanbiedingen of kortingen om zoveel mogelijk aandacht te trekken,

Slide 9 - Slide

Verkopers zoeken een goede plaats om hun producten te verkopen.

A
productbeleid
B
plaatsbeleid
C
prijsbeleid
D
promotiebeleid

Slide 10 - Quiz

Het verlagen van prijzen tijdens de 'BTW weg ermee!' van Mediamarkt is een voorbeeld van...
A
plaatsbeleid
B
productbeleid
C
promotiebeleid
D
prijsbeleid

Slide 11 - Quiz

Intratuin verkoopt tijdens de wintermaanden veel speciale artikelen voor Kerstmis.
A
plaatsbeleid
B
prijsbeleid
C
promotiebeleid
D
productbeleid

Slide 12 - Quiz

Korting berekenen
Winkels kunnen gebruikmaken van kortingspercentages. Bijvoorbeeld, in supermarkten worden producten die bijna over de houdbaarheidsdatum zijn of langzaam verkopen vaak voorzien van een sticker met een korting van 35%. Dit betekent dat de prijs van het product met 35% wordt verlaagd. 

Als het product oorspronkelijk 100% kost, ontvang je een korting van 35%. 
We delen het kortingspercentage (35%) door 100: 35 / 100 = 0,35.
Vervolgens vermenigvuldigen we dit met de oorspronkelijke prijs van het product.

Slide 13 - Slide

Emma wil een boeket bloemen kopen voor haar moeder. In de winkel ziet ze dat een boeket bloemen €9,99 kost. Aangezien de houdbaarheidsdatum bijna is verstreken, wordt het boeket voorzien van een sticker met 35% korting. Bereken het bedrag van de korting die Emma heeft gekregen.

Slide 14 - Open question

§3.2 Van grondstof naar eindproduct

Slide 15 - Slide

Bedrijfskolom
Een serie bedrijven die betrokken is bij de productie van een product.

Slide 16 - Slide

Bedrijfskolom
  1. Oerproduct (grondstof): Dit is het beginpunt van de bedrijfskolom.
  2. Handel(planter/boer verkoopt aan): De grondstof wordt verkocht door de planter/boer aan tussenpersonen zoals handelaren.
  3. Fabriek: Hier wordt de grondstof verwerkt tot een eindproduct. 
  4. Groothandel: De geproduceerde eindproducten, zoals de chocoladerepen, worden verkocht aan groothandelaren.
  5. Winkeliers: Dit is het laatste stadium van de bedrijfskolom, waar de uiteindelijke goederen worden gekocht en geconsumeerd door individuele personen.

Oerproduct -> Handelaar -> Fabriek -> Groothandel -> Winkeliers

Slide 17 - Slide

Hoe noem je een serie bedrijven betrokken bij de productie van een product?

Slide 18 - Open question

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip.
Oerproduct
Handelaar
Fabriek
Groothandel

Slide 19 - Drag question

Zelfstandig leren voor de toets
Huiswerk controleren voorjezelf van h3.
Bijvoorbeeld door een mindmap te maken per paragraaf.

Slide 20 - Slide

Terugblik op leerdoelen
Aan het eind van de les...
  • Kan de leerling de 4p's benoemen.
  • Kan de leerling voorbeelden geven van de 4p's.
  • Kortingen berekenen.
  • Weet de leerling hoe een bedrijfskolom werkt.
  • Kan de leerling fases van bedrijfskolommen herkennen.

Slide 21 - Slide

Afsluiten

Slide 22 - Slide