Biologie paragraaf 6.6

Paragraaf 6.6
H5
Thema 1
Inleiding in de biologie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
dans en dramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 6.6
H5
Thema 1
Inleiding in de biologie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt de ecologische voetafdruk van Nederland vergelijken met die van andere landen.
- Je kunt uitleggen wat duurzaamheid is.
- Je kunt aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn.

Slide 2 - Slide

Ecologische voetafdruk
Ieder mens gebruikt een stukje aarde, want ieder mens gebruikt voedsel, energie en grondstoffen, en ieder mens produceert afval. Je ecologische voetafdruk is het land- en wateroppervlak dat nodig is voor jouw consumptie en jouw afval. Hoe meer je consumeert, hoe meer ‘aarde’ daarvoor nodig is. De ecologische voetafdruk wordt uitgedrukt in hectare (ha). Eén hectare is honderd bij honderd meter (100 × 100 m), ongeveer twee voetbalvelden. In afbeelding 1 zie je de grootte van de ecologische voetafdruk per persoon voor verschillende landen.

Slide 3 - Slide

Begrip 
ecologische voetafdruk
het land- en wateroppervlak dat nodig is voor jouw consumptie en jouw afval

Slide 4 - Slide

Wat is de ecologische voetafdruk?

Slide 5 - Open question

Gemiddelde voetafdruk
Als we de aarde eerlijk ‘verdelen’, is er voor ieder mens 1,7 ha aarde beschikbaar. De gemiddelde voetafdruk van mensen op aarde is nu 2,6 ha. Dat betekent dat er eigenlijk ruim anderhalve aardbol nodig is om alle mensen te voorzien van voedsel, energie en grondstoffen. We hebben maar één aarde, dus we gebruiken nu meer dan er is. Daardoor raakt de aarde uitgeput.
De gemiddelde voetafdruk van mensen in Nederland is 6,3 ha. Als iedereen op aarde zou leven zoals wij, waren er meer dan drie aardbollen nodig.

Slide 6 - Slide

Duurzaamheid
Als je duurzaam omgaat met het milieu, zorg je ervoor dat het milieu geen schade ondervindt van jouw activiteiten. Duurzaamheid betekent dus:
• niet meer stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen
• niet meer stoffen toevoegen aan het milieu dan het milieu kan verwerken
Om de opwarming van de aarde te stoppen, milieuproblemen op te lossen en de aarde niet verder uit te putten, zijn duurzame oplossingen nodig. Volgens de Verenigde Naties (VN) is duurzame ontwikkeling: ‘… ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’ Anders gezegd: gebruiken wat we nodig hebben en toch de aarde in dezelfde staat doorgeven aan toekomstige generaties.

Slide 7 - Slide

Begrip 
duurzaamheid
ervoor zorgen dat het milieu geen schade ondervindt van menselijke activiteiten


Slide 8 - Slide

Wat is duurzaamheid

Slide 9 - Open question

Oplossing 1: Duurzame energie
Duurzame energie is energie die geen milieuvervuiling veroorzaakt en waarbij de energiebron niet opraakt. Voorbeelden van duurzame energie zijn energie uit biobrandstoffen (biomassa), windenergie, zonne-energie en bodemwarmte. In 2017 kwam 6,6% van de in Nederland opgewekte energie uit duurzame bronnen.Het grootste deel van de duurzame energie die in Nederland wordt opgewekt, komt uit biomassa. Biomassa bestaat uit de energierijke stoffen (eiwitten, koolhydraten en vetten) in organisch materiaal, zoals hout, gft-afval, mest en plantaardige olie. Biomassa kan als brandstof worden verbruikt in elektriciteitscentrales. Bij de verbranding ontstaat wel koolstofdioxide, maar dat is door planten tijdens hun groei ook uit de lucht opgenomen. Daardoor stijgt de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht niet. Biomassa kan ook worden gebruikt als grondstof voor brandstof, zoals biodiesel en biogas.
Biomassa heeft ook nadelen. Als gewassen speciaal worden geteeld voor gebruik als biomassa, is hiervoor landbouwgrond nodig. Die grond is dan niet meer beschikbaar om er voedsel op te verbouwen.

Slide 10 - Slide

Oplossing 2: Duurzame grondstoffen 
Bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt, zoals statiegeldflessen of tweedehands kleding. Bij recycling worden afvalproducten als grondstoffen gebruikt voor nieuwe producten. Papier, glas, metalen en kleding worden voor een groot deel gerecycled. Auto’s en elektrische apparaten (zoals tv’s en computers) worden eerst gedemonteerd. Sommige delen worden hergebruikt, andere gerecycled.Voor het maken van kleding zijn veel grondstoffen en energie nodig. ‘Fast fashion’ is dan ook een belangrijke oorzaak van vervuiling en uitputting van het milieu. Fast fashion betekent: veel (goedkope) kleding kopen, deze kort dragen en dan weer weggooien.
Het maken van kleding kost ook veel water. Voor één spijkerbroek is bijvoorbeeld zo’n achtduizend liter water nodig. Ook worden in de kledingindustrie veel land, aardolie, energie, verf en andere chemicaliën gebruikt. 

Slide 11 - Slide

Oplossing 3: Duurzame landbouw
De grote hoeveelheid voedsel die in de toekomst nodig is, kan met de bestaande methoden niet worden verbouwd op de huidige land- en tuinbouwgrond. Nieuwe landbouwtechnieken kunnen bijdragen aan een duurzame oplossing. Voorbeelden van nieuwe manieren van voedsel produceren zijn stadslandbouw en verticale landbouw. Ook precisielandbouw, kringlooplandbouw en biologische landbouw kunnen bijdragen aan het duurzamer maken van de landbouw.
Stadslandbouw is voedsel verbouwen in een stedelijke omgeving. Stadslandbouw vindt vaak plaats in gebouwen of op daken. Als voedsel in de stad wordt verbouwd, kan het ook direct in dezelfde stad worden verkocht. Daardoor is minder transport nodig.
Bij verticale landbouw worden gewassen gekweekt in bakken boven elkaar (verticaal) met behulp van led licht. Hierdoor is veel minder grond nodig. Door het gebruik van verschillende kleuren licht kan de fotosynthese van planten worden beïnvloed. Hiermee kan de opbrengst worden vergroot.

Slide 12 - Slide

Oplossing 4: Minder vervuiling
De Nederlandse regering en de landen van de Europese Unie stellen samen regels op waaraan mens, industrie en landbouw zich moeten houden. Allerlei maatregelen gaan milieuvervuiling tegen. Schepen en fabrieken mogen schadelijke stoffen niet lozen in het milieu, maar moeten ze opvangen en op een goede manier verwerken. Afvalwater wordt in Nederland gezuiverd voor het in het oppervlaktewater wordt geloosd. Auto’s hebben katalysatoren gekregen, waardoor de uitlaatgassen minder vervuilend zijn. Fabrieken hebben filters in hun schoorstenen aangebracht, en boeren filteren de lucht uit de stallen. In veel andere delen van de wereld zijn deze regels en afspraken er niet. Daar komt nog erg veel vervuiling voor.

Maar ook in Nederland kunnen mensen de vervuiling van het milieu verder verminderen. Oplossingen voor luchtvervuiling zijn bijvoorbeeld:
• minder scooter- en autorijden, vaker het openbaar vervoer of de fiets nemen
• geen vuurwerk afsteken met oud en nieuw
• geen hout stoken in houtkachel, vuurkorf of open haard

Slide 13 - Slide

Oplossing 5: Minder broeikasgassen
Om de hoeveelheid koolstofdioxide die in de lucht terechtkomt te verminderen, is het belangrijk dat we minder energie gebruiken. Vooral ons gebruik van fossiele brandstoffen zorgt voor uitstoot van koolstofdioxide. Door minder fossiele brandstoffen te gebruiken, kunnen we de uitstoot terugdringen.
Dit wordt onder andere bereikt door gebouwen te isoleren en door zuinige apparaten te gebruiken. Met behulp van energie labels kun je zien hoe zuinig een huis, apparaat of auto is.
Ook aanpassingen in de veeteelt kunnen bijdragen aan het terugdringen van broeikasgassen. In de maag van herkauwers als koeien en schapen wordt namelijk methaan geproduceerd. Een gemiddelde koe produceert per jaar 90 kg methaan, vergelijkbaar met de bijdrage aan het broeikaseffect van 120 L benzine. Er wordt onderzoek gedaan naar manieren om de productie van methaan te verminderen.

Slide 14 - Slide

Begrip 
biomassa
energierijke stoffen in organisch materiaal

Slide 15 - Slide

Wat is biomassa?

Slide 16 - Open question

Begrip
recycling
afval gebruiken als grondstof voor nieuwe producten

Slide 17 - Slide

Wat is recycling?

Slide 18 - Open question


Maken 6.6                           

             

Slide 19 - Slide