5H - Brandende kwestie - Structuur van je speech

Brandende kwestie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Brandende kwestie

Slide 1 - Slide

Welk cijfer geef je je vakantie?
110

Slide 2 - Poll

Deze les
1. Je weet wat we de komende lessen gaan doen.
2. Je weet welke structuur jouw speech moet hebben.
3. Je bekijkt een voorbeeldspeech.
4. Je geeft jouw gewenste groepje door aan mij.
5. Je werkt verder aan jouw speech.

Slide 3 - Slide

Planning tot toetsweek
  • Deze les: structuur van jouw speech + plannen groepjes + werken aan speech
  • Les 2: retorica & stijlfiguren in jouw speech gebruiken
  • Les 3: jouw brandende kwestie oefenen in groepjes 

Wanneer is de brandende kwestie?
De BK's worden gehouden vanaf 25 januari (breekdagen) tot 10 februari. De planning ontvang je deze week. Aan het eind van de les geef je jouw voorkeur voor groepsgenoten door.

Slide 4 - Slide

Jouw speech
  • Je speech duurt minimaal vijf en maximaal acht minuten.
  • Je wordt beoordeeld op inhoud, argumentatie, publieksgerichtheid, presentatie, taalgebruik en vragen. De rubric staat in Teams.
  • Je speech heeft een logische opbouw: inleiding, argument 1, argument 2, argument 3, slot.
  • Je zorgt voor overtuigingsmiddelen, zoals die uit de retorica. Hierover krijg je in de volgende les uitleg.
  • Je gebruikt goede bronnen ter onderbouwing van jouw argumenten.

Slide 5 - Slide

Even checken..
We bekijken een voorbeeldspeech. Deze is gebruikt als startbeurt bij een debatwedstrijd, dus de invulling is iets anders. Tussendoor volgen er vragen en uitleg.

De focus ligt op de opbouw en structuur van deze spreekbeurt.

Slide 6 - Slide

6

Slide 7 - Video

01:17
Opening van je speech
In de les voor de vakantie hebben we besproken hoe je de inleiding van jouw speech opbouwt. Hierin doe je sowieso twee dingen: 
  1. aandacht trekken van de luisteraar
  2. introduceren van onderwerp
De anekdote is een manier om de aandacht te trekken. Je kunt dit ook doen door de actualiteit te benoemen, de geschiedenis te bespreken, of het belang van de luisteraar te benoemen

Je onderwerp introduceer je met drie verplichte stappen:
  1. Je benoemt jouw standpunt.
  2. Je geeft de definitie van jouw onderwerp en legt lastige stukken uit.
  3. Je kondigt de opbouw van je tekst aan door je argumenten te labelen.

Slide 8 - Slide

01:17
Hoe noem je zo'n verhaaltje in je inleiding ook alweer?

Slide 9 - Open question

02:05
Argumenten labelen
De spreekster benoemt hier - in het kort - de twee argumenten die zij gaat noemen. Dit geeft jouw als luisteraar veel houvast: je weet nu dat er twee dingen zijn waarop jij moet letten: trots en verbondenheid. Tegelijkertijd creëert ze verwachtingen. Want: jij wil nu dat zij die argumenten ook goed gaat onderbouwen!

Tip: gebruik in jouw speech ook labels voor jouw argumenten. Zorg dat dit korte labels zijn, zoals het gezondheidsargument, het liefdesargument of het klimaatargument

Slide 10 - Slide

03:04
Nationale trots
Ze herhaalt de kernwoorden van haar argument, nationale trots, een aantal keer in de onderbouwing van haar argument. Een soort milde vorm van indoctrinatie, heel slim!

Tip: herhalen, herhalen, herhalen! 
Dit noem je repititio en het is één van de stijlmiddelen die je de volgende les zult leren.

Slide 11 - Slide

04:40
Wat heb je nu gezien?
Deze eerste spreker heeft haar speech geopend met een anekdotische inleiding en twee gelabelde argumenten die ze daarna kort heeft uitgewerkt.

Hoe pas je dit toe op jouw speech?
Je kunt zo'n zelfde opening gebruiken. Daarnaast raad ik je aan de labels te gebruiken. Jij gebruikt echter minimaal drie argumenten én hebt een goed slot. Omdat zij de openingsspeech deed, hoefde zij niet alle argumenten al uit te werken.

Slide 12 - Slide

04:40
Welk argument vond je het sterkst?
Nationale trots
Verbondenheid

Slide 13 - Poll

Groepsindeling
Per lesuur kunnen er vijf/zes mensen hun brandende kwestie doen. Het is fijn om hier zelf invloed op te hebben, zodat je in een groepje zit waarin je je enigszins op je gemak voelt. 

In de volgende paar slides haal ik daarom graag wat informatie bij jullie op om deze groepjes te kunnen gaan inplannen.

Slide 14 - Slide

Voor we starten
  • De brandende kwesties doen we zoveel mogelijk tijdens de les, maar het kan zijn dat we niet uitkomen en dat ik in je rooster op zoek ga naar een ander moment waarop jullie voltallige groepje kan. Uiteraard is dit alleen binnen schooltijd en in overleg.
  • Ik doe mijn best rekening te houden met jullie groepje, maar soms lukt dat organisatorisch niet.
  • Ik maak de planning en laat jullie deze week weten hoe die eruitziet. 

Slide 15 - Slide

AK, bio of tekenen?
Omdat ik mogelijk ook een aantal brandende kwesties wil plannen op de breekdagen (25 t/m 27 januari) wil ik graag van iedereen weten of je ak, bio of tekenen in je vakkenpakket hebt.

Geef dit door bij vraag 2.

Slide 16 - Slide

Met wie zou jij in een groepje willen? Je mag maximaal vijf namen opgeven.
(Vergeet de achternaam niet bij een dubbel voorkomende naam)

Heb je geen voorkeur, vul dan in: geen voorkeur.

Slide 17 - Open question

2. Welke vakkencombi heb jij?
alleen ak
alleen bio
alleen tekenen
ak+bio
ak+tek
bio+tek
ak+bio+tek
ik heb deze vakken niet

Slide 18 - Poll

Opdracht rest van de les
  1. Teken een korte structuur van jouw speech. Zorg dat hij eruitziet zoals het voorbeeld hiernaast (mag ook op papier).
    Maak hiervan een foto en lever hem in op de volgende slide
    In deze structuur benoem je:
    - je standpunt
    - de definitie
    - je drie argumentenlabels
    - je drie argumenten
  2. Werk verder aan de tekst van jouw speech.

Slide 19 - Slide

Maak jouw argumentatiestructuur zoals het voorbeeld van net en maak er een foto van.
Werk daarna verder aan jouw tekst!

Slide 20 - Open question

Evaluatie: in hoeverre weet jij wat je moet doen om een 10 te halen op de Brandende Kwestie (ED3)?
ik heb geen flauw idee, je bent super onduidelijk.
ik heb geen flauw idee, maar dat komt omdat ik niet oplet.
ik denk dat ik het weet, maar ik heb een specifieke vraag.
ik weet het best goed en anders weet ik hoe ik antwoord op mijn vragen kan krijgen.
ik ben volledig op de hoogte, dit komt helemaal goed!

Slide 21 - Poll

Zet hem op!



Na de toetsweek gaan we je speech oefenen in groepjes, dus zorg dat je je tekst af hebt!

Slide 22 - Slide