Rekenen met formules

Wat hebben we al geleerd over
practicum in de lessen voor de vakantie?
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat hebben we al geleerd over
practicum in de lessen voor de vakantie?

Slide 1 - Mind map

Na deze les kun je:
 Werken met formules, 
je rekenmachine nog beter gebruiken, 
eenheden omrekenen

Slide 2 - Slide

Bij Natuurkunde maken we vaak gebruik van een formule om iets uit te rekenen. Het lijkt dan heel veel op wiskunde, want:

* De formule kan geschreven worden met cijfers of met letters.

* De berekeningen gaan met letters net zo als met cijfers!


16 = 8 . 2  heeft dezelfde vorm als     A = B . C  (A is B keer C)

8 = 16 / 2 heeft dezelfde vorm als     X =  Y/Z   (X is Y gedeeld door Z)


Boek: Vaardigheden 3, 5 en 6 (helemaal achterin)

Slide 3 - Slide

Rekenen met formules
som =>      bewerking met plus, bijv. 8 = 2 + 6
"8 is de som van 2 en 6"
 verschil =>        bewerking met min, bijv. 4 = 6 - 2
"4 is het verschil van 6 en 2"

product =>                           keersom, bijv 16 = 8 x 2
quotient =>                            deelsom, bijv 8 = 16 : 2

Slide 4 - Slide

Herleiden en de rekenvolgorde

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Formules
  • Noteer in je schrift de formules die jij nog over het onderwerp beweging (bijvoorbeeld over snelheid, afgelegde weg, kilometers/uur en meter/s)
  • Overleg in twee tallen  welke formules jullie nog weten, help elkaar om er meer te verzinnen.
  • Schrijf de gevonden formules zometeen in het woordweb hier in LessonUp.

Slide 8 - Slide

Geef formules die je kent hier op

Slide 9 - Mind map

Omzetten van formules  (twee methodes)
  • De  balansmethode (gebruik je ook bij wiskunde om vergelijkingen op te lossen)

  • De rekendriehoek (mag alleen als je maar drie grootheden hebt bijvoorbeeld s = v . t  )

Slide 10 - Slide

Gebruiken van een formule 
  • Stap 1: Schrijf de  formule op (grootheden)
  • Stap 2: Zet alle gegevens in de goede éénheid
  • Stap 3: Vul in 
  • Stap 4: Schrijf om met de onbekende aan 1 kant 
  • Stap 5: Bereken op je rekenmachine. Let op de haakjes!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Een auto heeft een snelheid van 25 meter per seconde. De auto rijdt 2 seconde achter een andere auto. Bereken wat de afstand is tussen de twee auto's. De formule is:
afstand = snelheid . tijd

Slide 13 - Open question

462 : 22 =
A
10164
B
38,5
C
16
D
21

Slide 14 - Quiz

Een auto rijdt 108 kilometer per uur. Bereken hoeveel meter deze auto in 1 seconde rijdt. (tip: Hoeveel meter rijdt de auto in hoeveel seconden?)
A
108 m/s
B
388,8 m/s
C
25 m/s
D
30 m/s

Slide 15 - Quiz

Toets

In de toetsweek alleen inhaaltoetsen (+op afspraak vanwege bijzondere omstandigheden herkansing)


Practicumtoets over beweging: direct na de toetsweek.

Wat moet je kunnen? Alle vaardigheden achterin het boek en alle LessonUPs onder het kopje "Practicum". 

Slide 16 - Slide