This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 1a Signaleren en observeren
Slide 1 - Slide
Vraag: Hoe heb je de toets ervaren? Zijn er studenten met een onvoldoende die hun toets willen inzien?
Slide 2 - Slide
Toetsstof (digitale toets)
Profielboek Didactiek Hoofdstuk 1. Voorbereiden van lesactiviteiten
~1.2 wordt niet in zijn geheel getoetst. Wel de stof over het lvf. Deze theorie komt aan bod in de lessen didactiek ~
Profielboek Pedagogiek
Hoofdstuk 3 Omgaan met verschillen
Basisboek Didactiek, Organisatie en Communicatie
Hoofdstuk 5. Als het anders gaat
~nb: 5.4 wordt niet getoetst~
Slide 3 - Slide
Doel van deze les
Aan het eind van deze les weet je
Doel van deze les:
Aan het einde van de les weet je -hoe je wordt getoetst; -wat de toetsstof voor dit blok is.
Aan het einde van de les kun je - uitleggen wat een pedagogisch klimaat is;
- het verschil uitleggen tussen kwalitatief en
kwantitatief observeren.
Slide 4 - Slide
Wat versta jij onder een goed pedagogisch klimaat?
Slide 5 - Mind map
Pedagogisch klimaat: (thema IO 1)
-Structuur; -Regels; Bovenstaande twee zorgen voor voorspelbaarheid en rust.
-Relatie: lkr-lln &lln onderling
-Competentie: ontdekken waar ben ik goed in, vertrouwen in eigen kunnen; -Autonomie: leren het zelf te doen/kunnen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Terug te vinden in DCO Ho. 5
Onderwijsbehoefte: wat heeft een leerling nodig om tot leren te komen.
Om te weten wat de onderwijsbehoeften van een leerling zijn is observeren belangrijk.
Signaleren --> observeren
Signaleren: je krijgt een signaal dat er iets aan de hand is. bv: bepaald gedrag, moeite met lesstof of intuïtie. Signaleren is vaak subjectief. Vraag: wat bedoelen we daar mee?
Signaleren doe je voortdurend.
Slide 8 - Slide
Terug te vinden in DCO Ho. 5
Signaleren --> observeren
Observeren: bewust, doelgericht en systematisch waarnemen van gedrag. Objectief.
Je gaat dus van een signaal naar een observatie om daarna een conclusie te trekken. Met de uitkomst van die conclusie ga je aan het werk.
Slide 9 - Slide
Kwalitatief observeren
Het gaat vooral om de vraag hoe het gedrag eruit ziet
bijv. onrustig, storend, onopvallend, etc.
Je schrijft tijdens de observatie al het gedrag van het kind op.
Onderzoeksvraag: waardoor is jouw leerling tijdens de taalles zo onrustig? Je beschrijft de situatie heel nauwkeurig.
Terug te vinden in DCO Ho. 5
Slide 10 - Slide
Voorbeeld 1 van een kwalitatieve observatiemethode:
Intervalobservatie:
Kiezen: wanneer je een idee hebt wat de reden is van bepaald gedrag, maar nog twijfelt.
Een observatie waarbij je met tussenpozen waarneemt.
Bijv. 3 min. wel / 10 min. niet / 3 min. wel / etc...
Terug te vinden in DCO Ho. 5
Slide 11 - Slide
Voorbeeld 2 van een kwalitatieve observatiemethode:
Logboek:
Kiezen: Als het gedrag dat je wilt observeren steeds in een specifieke situatie voorkomt.
Een soort dagboek.
Bijv. elke dag tijdens buitenspelen observeren.
Terug te vinden in DCO Ho. 5
Slide 12 - Slide
Kwantitatief observeren
Hierbij gaat het vooral om hoe vaak het gedrag voorkomt.
Je telt de gedragingen in een bepaalde periode.
Je kijkt bijvoorbeeld naar hoe vaak leerling X door de leerkracht heen praat tijdens de uitleg.
Terug te vinden in DCO Ho. 5
Slide 13 - Slide
Voorbeeld 1 van een kwantitatieve observatie methodes:
Checklist:
Van te voren een lijst maken.
5.1 Signaleren en observeren van gedrag
Slide 14 - Slide
Voorbeeld 2 van een kwantitatieve observatie methodes:
Tijdsteekproefobservatie:
Je noteert in een vaste
tijdinterval het gedrag dat je
waarneemt.
5.1 Signaleren en observeren van gedrag
Slide 15 - Slide
Ga naar Cumlaude-blok 6- IO1-2
Samen lezen we de opdracht door.
Aan de slag met de opdracht
timer
20:00
Slide 16 - Slide
Huiswerk:
-doorlezen 5.1 Profielboek Pedagogiek (nodig voor heel IO1)