Oefenen spelling au en ou blok 4 1BK

Blok 4 Spelling 


4.3 D au of ou



1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Blok 4 Spelling 


4.3 D au of ou



Slide 1 - Slide

au of ou?
  • Bij de letters 'au' en  'ou' hoor je dezelfde klank. 
  • Er is geen regel wanneer je 'au' of 'ou' schrijft.
  • Deze woorden moet je dus goed uit je hoofd leren.

  • Bijvoorbeeld:
  • gauw, auto, blauw, pauw,      rauw (bv. niet gebakken)
  • lou, stout, kabouter, zout,     rouw (verdrietig)

Slide 2 - Slide

Vul ou of au in.

De kab __ ter past makkelijk in een luciferdoosje
A
ou
B
au

Slide 3 - Quiz

Vul ou of au in.

De m__w van mijn jas is gescheurd.
A
ou
B
au

Slide 4 - Quiz

Vul ou of au in.

In onze tuin staat een p__w.
A
ou
B
au

Slide 5 - Quiz

Vul ou of au in.

Het vlees was niet goed gebakken, het was nog r__w.
A
ou
B
au

Slide 6 - Quiz

Vul ou of au in.

De kok strooide te veel z__t over het eten.
A
ou
B
au

Slide 7 - Quiz

Vul ou of au in.

Haar __ders letten wel heel goed op.
A
ou
B
au

Slide 8 - Quiz

Vul ou of au in.

Bij voetbalwedstrijden geen toesch__wers meer.
A
ou
B
au

Slide 9 - Quiz

Vul ou of au in.

Ik heb dat n__wkeurig bekeken
A
ou
B
au

Slide 10 - Quiz

Vul ou of au in.

Dat was een heerlijk s__s bij de spaghetti.
A
ou
B
au

Slide 11 - Quiz

Vul ou of au in.

Waar is de inh__d van die doos gebleven?
A
ou
B
au

Slide 12 - Quiz

Vul ou of au in.

De violist kreeg een groot appl__s na het concert.
A
ou
B
au

Slide 13 - Quiz

Vul ou of au in.

Bij de val brak hij zijn sch__der.
A
ou
B
au

Slide 14 - Quiz

Vul ou of au in.

In de p__ze eet hij graag een broodje bal.
A
ou
B
au

Slide 15 - Quiz

Vul ou of au in.

De docent onth__dt altijd goed wat hij doet.
A
ou
B
au

Slide 16 - Quiz

Vul ou of au in.

De vr__w van de bankdirecteur gaf al zijn geld uit.
A
ou
B
au

Slide 17 - Quiz

Vul ou of au in.

In een kleine ruimte krijg ik het ben__wd.
A
ou
B
au

Slide 18 - Quiz

Vul ou of au in.

Na het overlijden van zijn opa was hij in de r__w.
A
ou
B
au

Slide 19 - Quiz

Vul ou of au in.

Mijn broer heeft een grappige vr__w.
A
ou
B
au

Slide 20 - Quiz

Je bent nu bijna klaar 

controleer je antwoorden

en maak de laatste vraag

Slide 21 - Slide

Ik vond deze oefening
A
makkelijk
B
niet makkelijk, maar ook niet moeilijk
C
moeilijk
D
heel moeilijk

Slide 22 - Quiz

Je bent nu echt klaar 

lever je toets in en meld je af.

Alvast een fijn weekend

Slide 23 - Slide