formuleren

Opdracht 1, blz 230
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Opdracht 1, blz 230

Slide 1 - Slide

Zin 1: welke woorden vormen een dubbelop?

Slide 2 - Open question

Zin 1: welke dubbelop is het?

Slide 3 - Open question

zin 1: hoe verbeter je de zin?

Slide 4 - Open question

Zin 2: welke woorden vormen een dubbelop?

Slide 5 - Open question

Zin 2: welke dubbelop is het

Slide 6 - Open question

zin 2: hoe verbeter je de zin?

Slide 7 - Open question

zin 4: welke woorden vormen een dubbelop?

Slide 8 - Open question

zin 4: welke dubbelop is het?

Slide 9 - Open question

zin 4: hoe verbeter je de zin?

Slide 10 - Open question

zin 5: welke woorden vormen een dubbelop?

Slide 11 - Open question

zin 5: welke dubbelop is het?

Slide 12 - Open question

zin 5: hoe verbeter je de zin?

Slide 13 - Open question

Antwoorden opdracht 2
Soms zijn twee verbeteringen mogelijk.
1 maakt onderdeel uit (van) = 1.4 contaminatie: maakt deel uit (van) + is onderdeel (van)
De proloog De slag om de blauwbrug maakt deel uit van de omvangrijke romancyclus De tandeloze tijd van A. F. Th. Van der Heijden.
Of:
De proloog De slag om de blauwbrug is onderdeel van de omvangrijke romancyclus De tandeloze tijd van A. F. Th. Van der Heijden.
2 Aan + aan = 1.1 onjuiste herhaling; laat het tweede aan weg
‘Het is vreselijk. Aan dat oeverloze gezwetst over het Nederlandse voetbal bij Voetbal Inside en Studio Voetbal heb ik een bloedhekel’, zei de journalist tegen Eva Jinek.

Slide 14 - Slide

3 want + immers = 1.2 tautologie; laat want of immers weg
Ik vind het prima dat de politie de Engelse hooligans een nachtje vasthoudt als ze zich misdragen, want het is evident dat hun gedrag niet door de beugel kan.
Of:
Ik vind het prima dat de politie de Engelse hooligans een nachtje vasthoudt als ze zich misdragen; het is immers evident dat hun gedrag niet door de beugel kan.
4 als eerste + beginnen = 1.3 pleonasme; laat een van beide weg
Met ingang van volgende week gaan elke les twee leerlingen voor de klas een betogende
voordracht houden. Wie van jullie willen als eerste?
Of:
Met ingang van volgende week gaan elke les twee leerlingen voor de klas een betogende
voordracht houden. Wie van jullie willen beginnen?

Slide 15 - Slide

5 naar elders + verhuizen = 1.3 pleonasme; laat naar elders weg
Vanwege de aanhoudende droogte besloten boeren aan de zuidgrens van de Sahara om te verhuizen en in vruchtbaarder gebieden een nieuw bestaan op te bouwen.
6 verhinderen + niet = 1.5 dubbele ontkenning; laat niet weg
Met felle protesten probeerde een groep demonstranten te verhinderen dat het inmiddels gesloten asielzoekerscentrum in hun dorp opnieuw in gebruik zou worden genomen.

Slide 16 - Slide

Fouten met verwijswoorden 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Opdracht 1, blz 234

Slide 19 - Slide

Zin 1
A
hij
B
zij
C
ze
D
het

Slide 20 - Quiz

zin 2
A
haar
B
hem
C
het

Slide 21 - Quiz

zin 3
A
haar
B
hem
C
het
D
hij

Slide 22 - Quiz

zin 4
A
haar
B
hem
C
het

Slide 23 - Quiz

zin 5
A
hij
B
zij
C
ze
D
het

Slide 24 - Quiz

zin 6
A
hem
B
het
C
haar

Slide 25 - Quiz

Huiswerk voor vrijdag 18 februari

maken opdracht 2 t/m 4, blz 234


Slide 26 - Slide