This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Fictie
Exposure
Slide 1 - Slide
Exposure
Margje Woodrow
Schrijfster jeugdthrillers
Leerkracht
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Waar denk je dat het verhaal Exposure over gaat?
Slide 4 - Mind map
Theorie perspectief
De stem in het verhaal = vertelinstantie
4 verschillende soorten:
Ik-verteller;
Auctoriale verteller;
Personale verteller;
Meervoudig perspectief
Slide 5 - Slide
Wie vertelt het verhaal eigenlijk?
een voor de hand liggend, maar onjuist antwoord is: de schrijver
Maar wie vertelt het verhaal dan wel?
Slide 6 - Slide
ik-verteller
Verteller én personage
Je volgt als lezer de gebeurtenissen door zijn/haar ogen
De lezer kent de gedachten en gevoelens van het ik-personage
De andere personages leer je alleen kennen door wat de ik-verteller je over hen vertelt
Slide 7 - Slide
Auctoriale vertelsituatie
De vertellen is GEEN personage in het verhaal;
Hij is wel duidelijk aanwezig: geeft commentaar of legt onduidelijkheden uit.
Weet wat alle personages denken en voelen en weet ook wat er op verschillende plaatsen of tijdstippen gebeurt
'Alwetend'
Slide 8 - Slide
Personale vertelsituatie
Er wordt verteld wat één personage doet, ziet, voelt, denkt
dit personage wordt gevolgd in alles wat hij doet, verteller geeft GEEN commentaar
Slide 9 - Slide
Meervoudig perspectief
Gebeurtenissen worden afwisselend door de ogen van verschillende personages gezien.
Verschillende invalshoeken
Als lezer goed opletten 'wie aan het woord is'
Slide 10 - Slide
Om welke vertelsituatie gaat het hier?
De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet zwart. Ik was op veel manieren anders dan de mensen om mij heen, maar donkerder was ik niet. Dat weet ik.
A
ik-verteller
B
auctoriale verteller (alwetend)
C
personale verteller
Slide 11 - Quiz
Om welke vertelsituatie gaat het hier?
Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de twee en twintigste December 1946 in onze stad,, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte. Hij keek op zijn lichtgevend horloge, dat aan een spijker hing. ‘Kwart voor zes,’ mompelde hij, ‘het is nog nacht.’
A
ik-verteller
B
auctoriale verteller (alwetend)
C
personale verteller
Slide 12 - Quiz
Voorbeeld auctoriale verteller
'Het leven is zoals je het alleen maar kunt dromen, met Chevrolets op de opritten en biefstukken die in de koelkast liggen te wachten tot ze aan het begin van de avond op de barbecue achter in de tuin worden gelegd'
Slide 13 - Slide
Deze week:
Taalportfolio: lees verhaal Exposure en maak opdrachten paragraaf 1.2 werkboek - zie Teams/lesmateriaal
Start maken met Starttaal hfdst. 4 (week na de herfstvakantie af). Theorie: deze week zelfstandig via LessonUp of morgen uitleg in les --> let op aanwezigheid