Introductieles hoofdstuk 7 1KGT (voorkennis)

Hoofdstuk 7 Formules
Voorkennis 
Getal en ruimte 12 ed

1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 Formules
Voorkennis 
Getal en ruimte 12 ed

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Automatiseren
  • Start hoofdstuk 7
  • Instructie
  • Aan de slag: Maken voorkennis hoofdstuk 7
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Doelen:
  • Te weten komen wat we dit hoofdstuk gaan leren
  • kennis maken met het onderwerp 'Formules'
  • Voorkennis maken

Slide 5 - Slide

Hoofstuk 7

Je gaat leren over grafieken en formules

Opbouw paragrafen:

7.V rekenen en assenstelsel
7.1 Regelmaat
7.2 Grafieken
7.3 Woordformule
7.4 Formules met letters
7.5 Formules veranderen

Slide 6 - Slide

Wat weet je al
  • Volgorde van bewerkingen
    Berekenen wat binnen haakjes staat  (..)
    Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts  x, : 
    Optellen en aftrekken van links naar rechts  +, - 
  • Tekenen van een assenstelsel
  • Grafiek aflezen

Slide 7 - Slide

In een klas zitten 24 leerlingen.
Alle leerlingen trekken hun schoenen uit en zetten de schoenen op een rij. Hoeveel schoenen staan er in de rij?

Slide 8 - Open question

Aantal schoenen
Om tot het juiste antwoord te komen:
Aantal leerlingen x 2

Dus 24 x 2 = 48

Slide 9 - Slide

Sommige docenten komen met de auto naar school. Er staan 6 auto's voor de school. Hoeveel autobanden zijn dat?

Slide 10 - Open question

Aantal banden
Om tot het juiste antwoord te komen:
Aantal auto's x 4

Dus 6 x 4 = 24

Slide 11 - Slide

Hoeveel fietsbanden hebben de 24 leerlingen bij elkaar?

Maak hier een regel in woorden bij:

Slide 12 - Open question

zakgeld:
Stel dat jouw zakgeld op de volgende manier wordt berekend: je krijgt sowieso €5,50 en daarnaast krijg je voor ieder klusje wat je doet €0,50. Hoeveel krijg je dan bij 3 klusjes?

Slide 13 - Open question

Zakgeld
Stel dat jouw zakgeld op de volgende manier wordt berekend: je krijgt sowieso €5,50 en daarnaast krijg je voor ieder klusje wat je doet €0,50. Hoeveel krijg je dan bij 3 klusjes?

 Hoe bereken je je zakgeld?
Probeer een zin te formuleren.

Bespreek in je groepje
timer
3:00

Slide 14 - Slide

Nabespreken
Om tot het juiste antwoord te komen:
....
Hoe bereken je je zakgeld?

Slide 15 - Slide

Zakgeld
Stel dat jouw zakgeld op de volgende manier wordt berekend: je krijgt sowieso €5,50 en daarnaast krijg je voor ieder klusje wat je doet €0,50. Hoeveel krijg je dan bij 3 klusjes?

5,50 + 0,50 x elk klusje = je zakgeld

Antwoord:
5,50 + 0,50 x 3 = 7,00

Slide 16 - Slide

Als je bij Moveon een scooter huurt, betaal je vast €20,- plus nog eens €15 per dag. Hoeveel kost 5 dagen huren?
A
€35
B
€75
C
€95
D
€175

Slide 17 - Quiz

Als je bij Moveon een scooter huurt, betaal je vast €20,- plus nog eens €15 per dag. Hoeveel kost 5 dagen huren?
Welke zin kan je hierbij maken?

Slide 18 - Open question

Wie kan voorbeeld bedenken waarbij een zin te bedenken is om het uit te rekenen?

Slide 19 - Open question

Aan de slag
Maak van 7.V opdracht 1/m 6 (bladzijde 42 en 43)

Slide 20 - Slide

Klaar!
Hoe ging het vandaag met de opdrachten?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Afsluiting
Doelen gehaald?
  • Te weten komen wat we dit hoofdstuk gaan leren
  • kennis maken met het onderwerp 'Formules'
  • Voorkennis maken

Wat neem je mee naar de volgende les?

Slide 22 - Slide