2.3 Versailles en de Republiek van Weimar

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

2.3 Versailles en 

de Republiek van Weimar

0

tot 2.26 ongeveer

    Weimarrepubliek (1919)

Politieke chaos:

• Keizer Wilhelm II treedt af  in 1918  ==> de monarchie wordt vervangen door een democratie (de Weimarregering)
• 1919: communisten en extreem rechtse groepen proberen de macht te grijpen 

Verdrag van Versailles?! Dictaat!

Weimarregering tekent Verdrag van Versailles. Voor Duitsland een grote vernedering!!

In Duitsland is grote onvrede en spreekt men

liever van het Dictaat van Versailles

democraten waren volgens de Dolkstootlegende-aanhangers vaak van Joodse afkomst ==> zie het affiche: een " vals", onbetrouwbaar Joods persoon  (ster en gezichtsuitdrukking) steekt de Duitse soldaat in de rug met een dolk

Dolkstootlegende

Veel conservatieve Duitsers geloven dat het Duitse leger best de oorlog had kunnen winnen. Zij zeggen dat Duitsland door democraten verraden is, in de rug gestoken: zij hebben immers om de wapenstilstand gevraagd !!

Onjuist, want de Duitse legerleiding gaf als eerste op!

Leerdoelen 2.3

Je kunt de belangrijkste ontwikkelingen in nazi-Duitsland, als voorbeeld van een extreem-rechtse totalitaire staat, herkennen en beschrijven. 

Je kunt overeenkomsten en verschillen benoemen tussen fascisme en nationaal-socialisme

Je kunt uitleggen hoe het Dawesplan werkte

Crisis 1923

- Duitsland kan herstelbetalingen niet nakomen

- Frankrijk en België bezetten Ruhrgebied

- Duitse regering laat geld bijdrukken

- hyperinflatie

1924 Dawesplan

- VS lenen Duitsland geld en herstelbetalingen worden lager

- Duitsland kan nu herstelbetalingen aan Fr en Engeland nakomen

- Fr en Eng kunnen nu de oorlogsleningen aan de VS aflossen

Hitler

Mussolini

nationaal-socialisme

Hitler voegt één ding toe aan het fascisme: 

rascisme/ antisemitisme (jodenhaat)

--> nationaal-socialisme

Opdracht:

Maak in je aantekeningen een schema van de kenmerken van het fascisme en het nationaal socialisme.

OPDRACHT:

1. Maak in je aantekeningen een schema met daarin de kenmerken van het fascisme en het nationaal socialisme.

2. Als je schema klaar is schrijf  je op welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen de ideologiën.

Zoek de informatie in je boek. Kun je het hier niet vinden kun je internet gebruiken.

KLAAR?
Opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 3 afmaken.

Maak de opdrachten van 2.3 af

Leerdoelen 2.3

Je kunt de belangrijkste ontwikkelingen in nazi-Duitsland, als voorbeeld van een extreem-rechtse totalitaire staat, herkennen en beschrijven. 

Je kunt overeenkomsten en verschillen benoemen tussen fascisme en nationaal-socialisme

Je kunt uitleggen hoe het Dawesplan werkte