1mh - afsluiting - Duits quiz

1 / 34
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

in Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
D
15

Slide 2 - Quiz

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas

Slide 3 - Quiz

Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Lada
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 4 - Quiz

Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
9
D
10

Slide 5 - Quiz

Oktoberfest is ………
A
een soort Koningsdag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 6 - Quiz

Welke supermarktketen vind je niet in Duitsland? Duitsland?
A
Dirk
B
ALDI
C
Penny
D
Lidl

Slide 7 - Quiz

Welk landnummer moet je intoetsen als je naar Duitsland wilt bellen?
A
0049-
B
0031-
C
0032-
D
0044-

Slide 8 - Quiz

Wat zijn -van boven naar beneden- de kleuren van de Duitse vlag?
A
zwart geel rood
B
rood zwart geel
C
rood geel zwart
D
zwart rood geel

Slide 9 - Quiz

uitspraak

Slide 10 - Slide

... Lehrer
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

... Glück
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

... Entwicklung
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

Hoe spreek je 'u' uit?
A
als [uu] in vuur
B
als [oo] in boot
C
als [oe] in boek
D
als [ui] in huis

Slide 14 - Quiz

Hoe spreek je 'ü' uit?
A
als [uu] in vuur
B
als [oo] in boot
C
als [oe] in boek
D
als [ui] in huis

Slide 15 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'schön'?
A
[schoon]
B
[scheun]
C
[sjoon]
D
[sjeun]

Slide 16 - Quiz

grammatica

Slide 17 - Slide

vertaal 7890

Slide 18 - Open question

Vertaal 13468

Slide 19 - Open question

Thomas komt naar school.
Thomas ... zur Schule.
A
komme
B
kommst
C
kommt
D
kommen

Slide 20 - Quiz

Ihr ... das sehr gut!
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 21 - Quiz

Der Mann isst ein.. Apfel
A
eine
B
einem
C
ein
D
einen

Slide 22 - Quiz

Die Frau schickt (haar) Mutter einen Nachricht
A
ihr
B
ihre
C
ihrer
D
ihren

Slide 23 - Quiz

Ich werfe den Ball unter d.. Auto (o)
A
der
B
das
C
dem
D
die

Slide 24 - Quiz

Zoek de juiste vraagwoorden bij elkaar!
hoe?
waar?
waarvandaan?
wat?
wie?
wanneer?
wann?
woher?
wie?
wo?
Was?
wer?

Slide 25 - Drag question

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikadel met mayo curry en uitjes

Slide 26 - Quiz

Wer ist kein Einwohner von Deutschland?
A
Frankfurter
B
Berliner
C
Hamburger
D
Schnitzel

Slide 27 - Quiz

Duiters betalen ook sinds 2002 met euros. Wat was daarvoor de munteerheid in Duitsland?
A
Das Deutsche Pfund
B
Die Deutsche Krone
C
Die Deutsche Mark
D
Der Deutsche Franken

Slide 28 - Quiz

Wie heißt diese torte?
A
Aachener Kirschtorte
B
Berliner Kirschtorte
C
Schwarzwälder Kirschtorte
D
Frankfurter Kirschtorte

Slide 29 - Quiz

Welches Lied hörst du?
A
Applaus, Applaus- Sportfreunde Stiller
B
Monsta- Culcha Candela
C
Wenn sie Tanzt- Max Giesinger
D
Hamma!- Culcha Candela

Slide 30 - Quiz

Welches Lied hörst du?
A
Leuchtturm- Nena
B
99 Luftballons- Nena
C
Liebe ist- Nena
D
Atemlos durch die Nacht- Helene Fischer

Slide 31 - Quiz

Bonus: Wat is de top vijf van dit jaar Bundesliga (juiste volgorde incl.)
A
Bayern, Leverkusen, Dortmund, RB Leipzig, Union Berlin
B
Bayern, Dortmund, RB Leipzig, Leverkusen, Union Berlin
C
Bayern, Dortmund, Leverkusen, RB Leipzig,Union Berlin
D
Bayern, Dortmund, Leverkusen, Union Berlin, RB Leipzig

Slide 32 - Quiz

Van wie is dit liedje?
A
BLØF
B
Guus Meeuwis
C
Andre Hazes
D
Kraantje Pappie

Slide 33 - Quiz

Tschüss

Slide 34 - Slide