quiz ondernemen

Ondernemen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ondernemen

Slide 1 - Slide

lesopzet 
Cijfers bespreken
Quiz
Evaluatie

Inhalen verkoopgesprek + toets

Slide 2 - Slide

Quiz Ondernemen

Slide 3 - Slide

Wat is ondernemen?
A
Een bedrijf of instelling opstarten.
B
Een economie oprichten.
C
Een ander woord voor handelen.
D
Ergens aan beginnen.

Slide 4 - Quiz

Waar leg je, je bedrijfsnaam vast?

Slide 5 - Open question

Is Tony Chocolony een bedrijf of onderneming?
A
Bedrijf
B
Onderneming

Slide 6 - Quiz

een eenmanszaak is een onderneming:
A
die uitsluitend is gefinancierd met eigen vermogen
B
waarin de verschaffer van het eigen vermogen de leiding benoemt
C
waarin geen personeel in dienst is
D
waarin slechts 1 verschaffer van het eigen vermogen is, en deze ook nog eens aansprakelijk is voor de schulden van de zaak

Slide 7 - Quiz

Is een school een bedrijf of onderneming?
A
Bedrijf
B
Onderneming

Slide 8 - Quiz

Als ik een onderneming wil starten, schrijf ik me in bij .....
A
de sector
B
de begroting
C
de Kamer van Koophandel
D
de concurrent

Slide 9 - Quiz


Wat past niet bij een onderneming?
A
een bedrijf
B
een zaak
C
een winkel
D
een concert

Slide 10 - Quiz

Waar moet je op letten bij het kiezen van een bedrijfsnaam?

Slide 11 - Open question

Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Stichting
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.
Streeft niet naar winst, maar wil een doel behalen.

Slide 12 - Drag question

Eenmanszaak
Vennootschap onder Firma
ZZP'r
Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Stichting
Een onderneming met één of enkele eigenaren als aandeelhouder. De aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met meer eigenaren die samen de leiding hebben
Zelfstandige Zonder Personeel
Een onderneming met meer eigenaren die aandeelhouders zijn en waarvan iedereen aandelen kan kopen.
Heeft geen winstoogmerk en wil een doel nastreven.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is.

Slide 13 - Drag question

Wat onderzoek je bij een marktonderzoek?
A
Nieuwe winkels om te shoppen
B
Objectief en systematisch gegevens zoeken
C
Hoe de 4-P's het beste ingevuld kunnen worden

Slide 14 - Quiz

Wat is marktonderzoek?
A
zoeken naar nieuwe klanten op basis van een onderzoek
B
onderzoeken hoe je het best kunt communiceren met je klanten
C
een studie die van belang is voor het vaststellen en oplossen van marketingproblemen
D
een onderzoek dat zich richt op het bevorderen van de verkoop

Slide 15 - Quiz

Stel je wilt voor jezelf beginnen. Welk plan laat dan het beste zien of je idee haalbaar is?
A
Het marketingplan
B
Het ondernemingsplan
C
Het financieel plan
D
Het bedrijfsplan

Slide 16 - Quiz

Als je een bedrijf wilt starten maak je een plan om na te gaan of jouw ondernemingsidee haalbaar is. Dat noem je .........
Leerdoel 13
A
een investeringsplan
B
een financieel plan
C
een ondernemingsplan
D
een liquiditeitsplan

Slide 17 - Quiz

Als je een bedrijf wilt starten heb je geld nodig. Daarom maak je een plan. Hoe noem je dat ?
Leerdoel 18
A
een ondernemingsplan
B
een financieel plan
C
een marketingplan
D
een liquiditeitsplan

Slide 18 - Quiz

Een enquête opstellen is handig voor?
A
Facebook campagnes
B
Doelgroep onderzoek
C
Voorraad inventarisatie
D
Financieel plan maken

Slide 19 - Quiz

Wat is geen doel van marktonderzoek?
A
Behoefte van de consument onderzoeken
B
Onderzoeken of het product voldoet aan de behoefte van de consument
C
Evalueren of opdrachtgever tevreden is met het product
D
Onderzoeken wat de consument van een product vindt

Slide 20 - Quiz

Evaluatie
Heb je je persoonlijke leerdoel behaald? Waarom wel/ niet?
Wat vond je het meest interessant van dit keuzevak?
Wat vond je het minst leuk?
Wat ging goed in de lessen?
Wat voor tips hebben jullie nog voor mij?

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
Silke: inrichting & interieur, webshops, communicatie, online marketing
Luc: recreatie, vak verkopen, beurzen
Hamad: Schoenen, spullen waar veel vraag naar is (trends) , KVK
Hugo: Huizenmarkt, online marketing
John: Kleding, online marketing
Famke: Huizenmarkt, populaire trends, dropshipping

Slide 22 - Slide

Heb je je persoonlijke leerdoel behaald? Waarom wel/ niet?

Slide 23 - Open question

Wat vond je het meest interessant van dit keuzevak?

Slide 24 - Open question

Wat vond je het minst leuk?

Slide 25 - Open question

Wat vond je goed gaan tijdens de lessen?

Slide 26 - Open question

Heb je nog tips voor mij?

Slide 27 - Open question