6.3 Op de markt

H6 Productie en markt
Paragraaf 6.3 Op de markt
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 Productie en markt
Paragraaf 6.3 Op de markt

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 6.2
  • Je weet wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen.
  • Je kunt de consumentenprijs berekenen.
  • Je kunt het btw-bedrag in de consumentenprijs berekenen.
  • Je kent het verschil tussen afzet en omzet en kunt de omzet berekenen.
  • Je kent het verschil tussen brutowinst en nettowinst en kunt deze beide berekenen.

Slide 3 - Slide

Begrippen paragraaf 6.2
  • Afzet
  • Bedrijfskosten
  • Brutowinst
  • Brutowinstopslag
  • Btw
  • Consumentenprijs
  • Nettoresultaat
  • Omzet

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 6.3
  • Je kunt het verschil tussen een concrete en abstracte markt uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe de wet van vraag en aanbod werkt.
  • Je kunt met een vraag- en een aanbodlijn de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid bepalen.
  • Je kunt een vraaglijn en een aanbodlijn in een grafiek tekenen.
  • Je kunt met een marktaandeel de afzet (of omzet) berekenen.

Slide 5 - Slide

Markten
Er zijn 2 verschillende soorten markten:
  • Concrete markt zoals een supermarkt of een weekmarkt.
  • Abstracte markt dan gaat het over alle vraag naar en alle aanbod van een product, bijvoorbeeld de huizenmarkt of de arbeidsmarkt.

Slide 6 - Slide

Evenwichtsprijs
  • Vraag en aanbod bepalen de evenwichtsprijs, dat is de prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
  • Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs, is de evenwichtshoeveelheid.
  • Als de vraag toeneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, stijgt de prijs.
  • Als het aanbod toeneemt terwijl de vraag gelijk blijft, daalt de prijs.

Slide 7 - Slide

Vraag en aanbod
  • Vraag en aanbod kunnen ook veranderen om andere redenen dan de prijs.
  • Bijvoorbeeld door een tekort aan grondstoffen, dan neemt het aanbod af.
  • Of er komen meer producenten, daardoor stijgt het aanbod.
  • Er ontstaat dan een nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid.
  • Ook de vraag kan veranderen, onafhankelijk van de prijs, bijvoorbeeld als inkomen stijgt of daalt.

Slide 8 - Slide

Marktaandeel
  • Je marktaandeel is jouw eigen afzet/omzet in procenten van de totale afzet/omzet op de markt.
  • Je marktaandeel groeit als jouw omzet of afzet harder stijg dan die van je concurrent.
  • Het marktaandeel kan ook groeien door ander bedrijf over te nemen of door ermee te fuseren.

Slide 9 - Slide

Je kunt nu
  • Je kunt het verschil tussen een concrete en abstracte markt uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe de wet van vraag en aanbod werkt.
  • Je kunt met een vraag- en een aanbodlijn de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid bepalen.
  • Je kunt een vraaglijn en een aanbodlijn in een grafiek tekenen.
  • Je kunt met een marktaandeel de afzet (of omzet) berekenen.

Slide 10 - Slide

Begrippen paragraaf 6.3
  • Abstracte markt
  • Concrete markt
  • Evenwichtshoeveelheid
  • Evenwichtsprijs
  • Marktaandeel
  • Wet van vraag en aanbod

Slide 11 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 6.3: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
Maken Rekenopdrachten: -
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 6.3
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 6.3

 

timer
25:00

Slide 12 - Slide