H3 - P1 - week 5 - les 1- H5 - stijlfiguren

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Slide

- Welkom
- Volgende week
- Stillezen 
- H5 en H6 - stijlfiguren

Doel:
- Je schrijft werkwoorden in de tegenwoordige tijd juist
- Je herkent in een tekst dat iets niet letterlijk bedoeld wordt
- Je benoemt 8 soorten stijlfiguren
Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Let op, volgende week is er geen Nederlands

Ga niet achterover hangen en niets doen:
- Over twee weken is er een Formatieve toets over spelling en stijlfiguren. 
- Zorg dat je aan je literatuuropdracht werkt (daar hoort je boek uitlezen ook bij)
- Je maakt nieuwsbegrip van week 39 (deze week) en week 40 (volgende week). 
- Syllabusopdrachten Engelse werkwoorden (pagina 25 en 26)

Volgende week: 

Slide 3 - Slide

Stillezen
timer
12:30
Leg je huiswerk open op tafel neer 

Slide 4 - Slide

Waar denken jullie
aan bij stijlfiguren?

Slide 5 - Mind map

Stijlfiguren
Elke schrijver heeft zijn eigen manier van schrijven: de schrijfstijl.

Sommige schrijvers houden ervan om voorbeelden te gebruiken, anderen overdrijven graag en weer anderen vinden het leuk om dingen minder groot voor te stellen dan ze zijn.

Sommige van deze 'trucjes' noem je stijlfiguren.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

- Gebruikt om iets te benadrukken
- Eigen stijl schrijver
- Tekst minder taai maken

- Vaste vorm:
Stijlfiguren

Slide 8 - Slide

tricolon (drieslag): opsommingen in drieën
Heerlijk, helder, Heineken

climax: steeds sterker wordende serie
Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.

anticlimax: steeds minder sterk wordende serie 
Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.






H5 Herhalingen en opsommingen

Slide 9 - Slide

repetitio: herhaling
Om de finish te halen moet je rennen, rennen en nog eens rennen.

anafoor: herhaling van een woord of woordgroep aan het begin van de zin
Bedankt voor jullie komst, bedankt voor jullie input en bedankt voor jullie aandacht.




H5 Herhalingen en opsommingen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Eufemisme: Verzachtende uitdrukking
Hij blies zijn laatste adem uit

Hyperbool: sterke overdrijving
Ik heb jou nog nooit op tijd zien komen

Understatement: afgezwakte uitdrukking
Dat had je wel wat aardiger mogen zeggen.








H5 overdrijven en nuanceren

Slide 12 - Slide

Antithese: Samenvoeging van tegengestelde woorden
hij steunde haar door dik en dun

Paradox: Schijnbare tegenstelling
Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder hij kan

Litotes: iets zeggen door het tegenovergestelde te ontkennen
Het was niet bepaald een succes 









H6 Tegenstellingen en ontkenningen

Slide 13 - Slide

Retorische vraag: Het is niet de bedoeling dat er antwoord op gegeven wordt
Dat begrijpt toch iedereen?

Chiasme: Zinsopbouw, waarin overeenkomstige elementen in omgedraaide volgorde terugkomen (ABBA)










H6 Tegenstellingen en ontkenningen

Slide 14 - Slide

Een muzikale onderbreking...
We luisteren nu naar het nummer 'Opzij' van Herman van Veen. Luister goed naar de tekst!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wat ga je doen:  
- Stijlfiguren 1 en 2 (hoofdstuk 5 en 6)
Opdrachten:
H5: 1, 2, 5, 6 en 7 
H6: 1, 2 en 3

- Nieuwsbegrip: tekst en opdrachten van deze week
- Zorg dat je je literatuuropdracht af kunt maken (verder werken of verder lezen

Wanneer: Deze week af 
Hoe: werk netjes. 

Aan de slag

Slide 17 - Slide

Aan de slag

Slide 18 - Slide

Noem één ding dat je geleerd hebt tijdens deze les

Slide 19 - Open question

-  Leesboek meenemen
-  Je bent op weg met H5 en H6 (h3B)
-  Je hebt H5 en H6 af (H3C)

Tot dan!
Volgende les: 

Slide 20 - Slide