De Eerste Wereldoorlog: Hoe is het begonnen?

De Eerste Wereldoorlog: Hoe is het begonnen?

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog is begonnen.

Wat weet je al over de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 1: Inleiding

De Eerste Wereldoorlog was een wereldwijd conflict dat plaatsvond tussen 1914 en 1918. Maar wat was de aanleiding hiervoor?

Slide 2: Frans Ferdinand

Frans Ferdinand was de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije. Zijn moord op 28 juni 1914 in Sarajevo wordt gezien als de directe aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 3: Tensions in Europe

Voor de moord op Frans Ferdinand waren er al veel spanningen tussen Europese landen. Er waren politieke conflicten, territoriale geschillen en economische rivaliteiten.

Slide 4: Alliances

Europese landen hadden ook verschillende militaire allianties gevormd. In geval van oorlog zouden deze landen elkaar steunen, wat de impact van een conflict vergrootte.

Slide 5: Ultimatum aan Servië

Na de moord op Frans Ferdinand stuurde Oostenrijk-Hongarije een ultimatum naar Servië, waarin ze harde eisen stelden. Dit leidde tot een kettingreactie van gebeurtenissen die uiteindelijk leidde tot het uitbreken van de oorlog.

Slide 6: Uitbraak van de oorlog

Op 28 juli 1914 verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië. Dit leidde tot een reeks oorlogsverklaringen tussen Europese landen, waardoor de Eerste Wereldoorlog officieel begon.

Slide 7: Gevolgen

De Eerste Wereldoorlog had grote gevolgen, waaronder miljoenen doden, verwoeste steden en een verandering in de wereldpolitiek.

Slide 8: Samenvatting

Nu weet je hoe de Eerste Wereldoorlog is begonnen. Het conflict begon met de moord op Frans Ferdinand en escaleerde snel door bestaande spanningen en allianties tussen Europese landen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.