Als het voorwerp verder staat dan het accommodatiepunt, accommodeert het oog meer dan nodig is.
Als het voorwerp dichterbij staat dan het accommodatiepunt, accommodeert het oog minder dan noodzakelijk is.
De over,- en onderaccommodatie is afhankelijk van de grootte, details en contrast van het voorwerp.
Hoe kleiner, meer details en contrast hoe meer de accommodatie overeenkomt met de afstand waarop het voorwerp staat.