This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Goedemorgen!
Goed dat je er bent.
Leg je mobiel in de kluis.
Ga zitten op je plaats.
Tijdens het kijken naar het journaal mag je wat eten en drinken.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
www.npostart.nl
Slide 3 - Link
Dagplanning
Pak je Chromebook uit de kast.
Opstarten LessonUp of Studiemeter
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
1e lesuur:
Slide 7 - Slide
Meervoud en enkelvoud van een persoonsvorm
Aan het eind van de les herken je een meervoud en enkelvoud van een persoonsvorm en weet je hoe je deze kunt vinden.
Slide 8 - Slide
Voor welke woorden of woordgroepen kun je het lidwoord ‘een’ of het cijfer ‘1’ zetten? Klik de juiste woorden aan.
A
mes
B
messen
Slide 9 - Quiz
Voor welke woorden of woordgroepen kun je het lidwoord ‘een’ of het cijfer ‘1’ zetten? Klik de juiste woorden aan.
A
nestje vogels
B
vogelnestjes
Slide 10 - Quiz
apps.noordhoff.nl
Slide 11 - Link
Slide 12 - Slide
... verspreidden zich over de Efteling.
A
De groep toeristen
B
De leerlingen uit groep 8
C
Een zwerm wespen
D
Vier kabouters
Slide 13 - Quiz
... zorgen voor veel problemen in het milieu.
A
Een grote hoeveelheid plastic in de zee
B
Grote hoeveelheden plastic in de zee
Slide 14 - Quiz
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 15 - Slide
2e lesuur:
Slide 16 - Slide
Pauze
timer
15:00
Slide 17 - Slide
3e lesuur:
Toets afmaken of H3; Introductie
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Noem drie zaken waarbij politiek invloed heeft op jouw leven.
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Aan de slag!
Toets afmaken of H3; Paragraaf 1
timer
30:00
Slide 28 - Slide
4e lesuur:
Slide 29 - Slide
Het voltooid deelwoord
In deze les leer je wat en voltooid deelwoord is en hoe je deze kunt herkennen in een zin.
Slide 30 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 31 - Link
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in. 1. Pjotr heeft goed __________(leren) voor de toets aardrijkskunde.
Slide 35 - Open question
Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in. 2. Na een lange schooldag zijn we op de bank _____________ (neerploffen).
Slide 36 - Open question
Slide 37 - Slide
Vul daarna de juiste vorm van de werkwoorden in: Voordringen _______ (worden) in China de normaalste zaak van de wereld ________ (vinden).
Slide 38 - Open question
Vul daarna de juiste vorm van de werkwoorden in: In de bus, in winkels, eigenlijk zo’n beetje overal __________ (worden) _____________(voordringen).
Slide 39 - Open question
Vul daarna de juiste vorm van de werkwoorden in: Afgelopen zondag ______ (worden) in de Chinese hoofdstad Peking de campagne ‘beschaafd gedrag’ _______ (starten).