H3 Ademhaling 2021 JJO

H3 Ademhaling
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 Ademhaling

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de namen van de onderdelen van het ademhalingsstelsel noemen en bij afbeeldingen aanwijzen.
  • Je kunt de functies en/of werking van de verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel beschrijven.
  • Je kunt in je eigen woorden beschrijven hoe het ademhalingsstelsel ervoor zorgt dat de longen schoon blijven.
  • Je kunt uitleggen wat diffusie en vitale capaciteit betekenen en deze begrippen toepassen in ademhalingssituaties.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom er zuurstof uit de lucht naar het bloed gaat en koolstofdioxide in omgekeerde richting.
  • Je kunt uitleggen waarom neusademhaling gezonder is dan mondademhaling.
  • Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling werken en de processen die daarbij plaatsvinden in de juiste volgorde plaatsen.
  • Je kunt de grootte van het longoppervlak berekenen.
  • Je kunt onderzoeken en berekenen hoeveel zuurstof je inademt per minuut berekenen.

Slide 3 - Slide

De weg van ingeademde lucht
  1. Mond of neusholte 
  2. Keelholte
  3. Strottenhoofd
  4. Luchtpijp
  5. Bronchien
  6. Bronchioli /luchtpijptakjes
  7. Longblaasjes
  8. Longhaarvat

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Diffusie

Slide 6 - Slide

Diffusie
- Verplaatsen van deeltjes in een mengsel van hoge naar lage concentratie. 
- Deeltjes (stoffen) bewegen willekeurig (vrij bewegen)
- Resultaat bij diffusie: gelijke verdeling.

Slide 7 - Slide

Diffusie

Slide 8 - Slide

(in)ademen door neus

Ademen door neus is gezonder dan door mond

  • neusharen - grote stofdeeltjes eruit
  • bloedvaten - lucht warm
  • slijm - lucht vochtiger en kleine stofjes tegengehouden
  • reukzintuig - keurt de lucht (gevaar)

Slide 9 - Slide

Keelholte




Kruispunt van de weg van de lucht en de weg van het voedsel
De huig sluit de neusholte af als je slikt
Het strotklepje sluit de luchtpijp af als je slikt

Slide 10 - Slide

Strottenhoofd en luchtpijp
Strottenhoofd bevat de stembanden
Bij mannen groter dan bij vrouwen = 
grotere stembanden = langzamere trilling =
lagere stem.
De buitenkant van de luchtpijp bevat
kraakbeenringen.

Slide 11 - Slide

2 soorten ademhaling
  • Ribademhaling = borstademhaling: spieren tussen je ribben trekken samen

  • Middenrifademhaling = buikademhaling: spieren aan de onderkant van je middenrif trekken samen

Slide 12 - Slide

Borstademhaling
  • Ribben, de zwaartekracht en de tussenribspieren
  • De spieren zorgen voor de beweging
  • Inademen: binnenste tussenribspieren de ribben omhoog
  • Uitademen: de zwaartekracht
  • Extra diep uitademen: de buitenste tussenribspieren de ribben omlaag


Slide 13 - Slide

Buikademhaling

Slide 14 - Slide

Buikademhaling

Slide 15 - Slide

Borst- en buikademhaling
Borstademhaling:
Inademen:
- borst en ribben omhoog
- longen worden groter

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- longen worden kleiner

Buikademhaling:
Inademen:
- middenrif omlaag
- longen worden groter

Uitademen:
- middenrif omhoog
- longen worden kleiner

Slide 16 - Slide

Oppervlakte 
Des te groter het dier, des te groter moet het oppervlakte van de longen zijn. 
Des te meer longblaasjes, des te groter het contactoppervlak tussen lucht en bloed. 
 

Slide 17 - Slide

Longcapaciteit
Hoeveel lucht een persoon maximaal kan uitademen na een diepe inademing heet vitale capaciteit. Dit kun je met een spirometer meten. 

Slide 18 - Slide

Aan de slag

- Leer iBook H3
- Maak de vragen in het iBook
- Bekijk de filmpjes in deze les
- Maak de vragen in deze les

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

0

Slide 23 - Video

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

luchtpijp
Bronchien
Bronchioli

Slide 26 - Drag question

Instromende lucht in de longblaasjes...
A
Bevat weinig zuurstof, en veel koolstofdioxide
B
Bevat veel zuurstof, en veel koolstofdioxide
C
Bevat weinig zuurstof, en veel koolstofdioxide
D
Bevat veel zuurstof, en weinig koolstofdioxide

Slide 27 - Quiz

Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt...
A
Bevat weinig zuurstof, bevat veel koolstofdioxide
B
Bevat weinig zuurstof, bevat weinig koolstofdioxide
C
Bevat veel zuurstof, bevat veel koolstofdioxide
D
Bevat veel zuurstof, bevat weinig koolstofdioxide

Slide 28 - Quiz

1. Neusademhaling:
Meer kans op waarschuwing bij schadelijke gassen

2. Binnenstromende lucht blijft droog bij een
mondademhaling
A
beide waar
B
beide niet waar
C
1. waar 2. niet waar
D
1. niet waar 2. waar

Slide 29 - Quiz

In welke stand staat de huig bij ademhalen?
En het strotklepje?
A
huig 1, strotklepje 1
B
huig 1, strotklepje 2
C
huig 2, strotklepje 1
D
huig 2, strotklepje 2

Slide 30 - Quiz

zuurstof gaat van de longen naar de bloedvaten door..
A
osmose
B
diffusie

Slide 31 - Quiz

Zet in de juiste volgorde van inademing:
Luchtdruk in de longen lager
Middenrifspieren trekken samen
Buitenlucht stroomt naar binnen
Ribben omhoog
Borstholte en longen groter

Slide 32 - Drag question

Ribademhaling heet ook wel
A
Middenrifademhaling
B
Borstademhaling

Slide 33 - Quiz

Waarbij hoort de volgende waarneming:
"De tussenribspieren trekken samen."
A
Inademing bij borstademhaling
B
Uitademing bij borstademhaling
C
Inademing bij buikademhaling
D
Uitademing bij buikademhaling

Slide 34 - Quiz

Middels welk proces verplaatst zuurstof en koolstofdioxide zich van longen naar bloed?
A
Bloeddruk
B
Osmose
C
Diffusie

Slide 35 - Quiz

Klaar !

Slide 36 - Slide

Astma

Slide 37 - Slide

longemfyseem/chronische bronchitis


longemfyseem->minder elastische longblaasjes

bronchitis ->ontsteking bronchiën. veel hoesten/slijm

samen ->COPD

COPD komt vaak door roken.

Slide 38 - Slide

COPD

Slide 39 - Slide