Taal groep 7

Werkwoord
Iets wat je kan doen

Maak de zin vragend
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoord
Iets wat je kan doen

Maak de zin vragend

Slide 1 - Slide

zelfstandig naamwoord
Mens , dier of ding


Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over het mens, dier of ding

Het LIEVE mens
Het GROENE dier

Slide 3 - Slide

Voorzetsel
Kooi

in, op, achter, voor, naast 

Slide 4 - Slide

Juf Eva wil een bruin hondje

Wat is het werkwoord?
A
Juf Eva
B
wil
C
een
D
bruin hondje

Slide 5 - Quiz

Juf Eva wil een bruin hondje

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Juf Eva
B
wil
C
bruin
D
hondje

Slide 6 - Quiz

Juf Eva wil een bruin hondje

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Juf Eva
B
wil
C
bruin
D
hondje

Slide 7 - Quiz

Het lieve hondje springt op de bank

Wat is het werkwoord?
A
Het
B
lieve hondje
C
springt
D
op de bank

Slide 8 - Quiz

Het lieve hondje springt op de bank

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Het
B
lieve
C
hondje
D
bank

Slide 9 - Quiz

Het lieve hondje springt op de bank

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Het
B
lieve
C
hondje
D
bank

Slide 10 - Quiz

Het lieve hondje springt op de bank

Wat is het voorzetsel?
A
Het
B
lieve hondje
C
op
D
de

Slide 11 - Quiz

De juiste tijd
Vindt
Vond
Vonden 
??

Slide 12 - Slide

Juf Eva ..... gisteren een miljoen
A
Vindt
B
vinden
C
Vond
D
vonden

Slide 13 - Quiz

Sam ..... vandaag een hond voor zijn verjaardag
A
vraag
B
vraagt
C
vroeg
D
vroegen

Slide 14 - Quiz

werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin 


Slide 15 - Slide

We gaan een schoenendoos vullen voor een kind ver weg

Slide 16 - Open question

De dozen worden uitgedeeld aan kinderen in Oeganda

Slide 17 - Open question

En je kunt er een foto van jezelf in stoppen

Slide 18 - Open question

Leestekens

Slide 19 - Slide