11 maart: antw. Koraalrif, les 57, herhaling 52, 45

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom klas!

Op tafel:

- laptop en log in op LessonUp

- map

- pen

Welkom klas

Telefoon in het zakkie.

Jas uit en over je stoel.

Op tafel:

- laptop en log in op LessonUp

- map

- pen

- stencil over koraalrif

Welkom klas

Telefoon in het zakkie.

Jas uit en over je stoel.

Mededeling: SO

Morgen

Neem mee: laptop, pen en leesboek.

SO over les 30, 31, 43, 44, 45 en 52. 

Vandaag maandag 11 maart

Klap je laptop maar weer dicht. Eerst uitleg.

Opdrachten koraalrif bespreken

Oefenen met les 57

Herhaling les 52 en 45 (want die zitten ook in het SO van morgen!)

Opdracht 3

Vraag 1, 2, 3

Wat valt je op aan deze tekst?

Toetsvraag: 

Wat is het signaalwoord en bij welk tekstverband hoort dit? 

Antwoord: 

signaalwoord: daarnaast

tekstverband: opsomming

Quiz: test je kennis!

KERN 57

5 vragen

Open je laptop.

1. Noteer het signaalwoord:
Vandaag moest ik een presentatie geven en daarna was ik vrij. (T1)

Uitleg

Vandaag moest ik een presentatie geven en daarna was ik vrij.

Tekstverband: tijd.

Je leest namelijk de volgorde waarin dingen gebeuren: presentatie geven, vrije tijd. 

2.Vul het juiste signaalwoord in:
Voor atletiek moet je ten eerste hard kunnen lopen en ..... moet je sterk zijn.

1. Maar
2. Daarnaast
3. Ten tweede
4. Anderzijds

Uitleg

Voor atletiek moet je ten eerste hard kunnen lopen en ten tweede moet je sterk zijn.

Tekstverband: opsomming.

3. Nee, ik ben niet boos. ......: ik ben blij dat je het hebt gezegd.

1. Voordat
2. Integendeel
3. Bovendien
4. Daarnaast

Uitleg

Nee, ik ben niet boos. Integendeel: ik ben blij dat je het hebt gezegd.

Tekstverband: tegenstelling.

4. Welk signaalwoord past op de puntjes?
.... ik aan mijn huiswerk begin, lees ik.

1. Hoewel
2. Aangezien
3. Voordat
4. Toen

5. Wat is het signaalwoord in de zin?

Als ik lees, voel ik me ontspannen.

1. Als
2. lees
3. me
4. ontspannen

Klap je laptop dicht

Pak erbij: map en pen

Maak opdracht 5. Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Let op: soms zijn er meerdere signaalwoorden!

t/m hier

Doe je laptop weer open, verder met herhaling

Waar voldoet een goede zin aan?

Wat zijn wel goede zinnen?

• Begin de zin met een hoofdletter en sluit af met een punt, vraagteken of uitroepteken.
  
• Gebruik minstens één werkwoord (persoonsvorm).
  
• Gebruik ongeveer 7-10 woorden per zin.
  
• Schrijf je zin in alledaags taalgebruik zonder moeilijke of anderstalige woorden.
  
• Gebruik schrijftaal, dus geen chattaal of spreektaal.
  
• Test je zin door hem hardop uit te spreken. Als je struikelt, is hij niet goed. 

Herschrijf deze moeilijke zin:

Kjeld Nuis, die vorig weekend nog twee wereldrecords reed, zat zondagavond op de tribune bij de schaatswedstrijd.

Antwoord

Kjeld Nuis, die vorig weekend nog twee wereldrecords reed, zat zondagavond op de tribune bij de schaatswedstrijd.

Tip: laat de informatie tussen haakjes of komma's weg. 

Herschrijf deze moeilijke zin zo kort mogelijk.

In het schitterend en met veel aandacht aangeklede museum werd de nu al bejubelde tentoonstelling, waar vanuit heel het land bezoekers op af kwamen, op grootse wijze geopend.

Begrippen uit deze les