This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom
Slide 1 - Slide
Agenda
Een aantal vragen via lessonup (examenstof)
De berekeningen
Slide 2 - Slide
Wat verwacht ik van jullie?
Je doet actief mee.
Ik vraag naar begrippen dus krijg je een beurt geef ook antwoord
Deze is vooral belangrijk : Stel je vragen.
Slide 3 - Slide
Een relatief hoge werkloosheid onder winkelmedewerkers kan weer leiden tot nieuwe werkloosheid. Dit komt door de volgende verschijnselen: 1 minder bestedingen 2 minder inkomen 3 minder werk Welke volgorde van de verschijnselen is juist, zodat een economisch logische redenering ontstaat?
A
werkeloosheid 1 -> 3 -> 2 werkloosheid
B
werkeloosheid 2 -> 1 -> 3 werkloosheid
C
werkeloosheid 3 -> 2 -> 1 werkloosheid
Slide 4 - Quiz
V&D ging uiteindelijk failliet en is daarna gesloten. Na sluiting van de warenhuizen hebben veel werknemers van V&D zich ingeschreven bij het UWV. Geef van de volgende beweringen over het UWV aan of ze juist of onjuist zijn.
Een werkloze die niet meer wil werken, moet zich inschrijven bij het UWV.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
V&D ging uiteindelijk failliet en is daarna gesloten. Na sluiting van de warenhuizen hebben veel werknemers van V&D zich ingeschreven bij het UWV. Geef van de volgende beweringen over het UWV aan of ze juist of onjuist zijn.
Een werkloze die ingeschreven staat bij het UWV hoort bij de geregistreerde werklozen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
V&D ging uiteindelijk failliet en is daarna gesloten. Na sluiting van de warenhuizen hebben veel werknemers van V&D zich ingeschreven bij het UWV. Geef van de volgende beweringen over het UWV aan of ze juist of onjuist zijn.
Een taak van het UWV is sollicitatiebrieven schrijven voor werklozen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Door sluiting van V&D verloren 10.000 werknemers hun baan. Van hen hadden 1.200 werknemers meteen een nieuwe baan zonder inschrijving bij het UWV. Van de overige werknemers hebben zich er 3.000 niet ingeschreven bij het UWV. Bereken hoeveel procent van de ontslagen werknemers van V&D zich na sluiting heeft ingeschreven bij het UWV.
A
12%
B
42%
C
58%
D
88%
Slide 8 - Quiz
Door de opening van de nieuwe winkels stijgt in elk geval …(1)… (het aanbod van / de vraag naar) arbeid. Hierdoor kan het …(2)… (overschot / tekort) op de arbeidsmarkt kleiner worden.
Slide 9 - Open question
Ruben heeft gehoord dat Niger een ontwikkelingsland is. Geef van de volgende kenmerken aan of ze wel of niet horen bij een ontwikkelingsland.
een hoge werkloosheid
A
Wel
B
Niet
Slide 10 - Quiz
Ruben leest op internet dat Niger een van de minst ontwikkelde landen ter wereld is. Hierdoor heeft Niger een slechte infrastructuur. Noem twee voorbeelden van infrastructuur.
Slide 11 - Open question
Maak van onderstaande zinnen een economisch juiste tekst door de juiste woorden te noteren. Kies uit de woorden die tussen haakjes staan.
Rijke landen kunnen ontwikkelingslanden helpen door invoerrechten te …(1)… (verhogen / verlagen). Hierdoor kunnen ontwikkelingslanden meer …(2)… (exporteren / importeren) en zo meer verdienen.
Slide 12 - Open question
Niger heeft 20.000.000 inwoners. Van hen kan 81% niet lezen en schrijven. Dit is het hoogste percentage van alle landen in de wereld. Bereken hoeveel inwoners van Niger niet kunnen lezen en schrijven. Schrijf je berekening op.
Slide 13 - Open question
Betere scholing kan in een ontwikkelingsland leiden tot meer werkgelegenheid. Hieronder staan vijf verschijnselen. Zet deze verschijnselen in de juiste volgorde
1 betere scholing --2 meer inkomen --3 meer bestedingen --4 minder analfabetisme -- 5 meer werkgelegenheid
Slide 14 - Open question
Ruben meldt zich bij een hulporganisatie om als vrijwilliger Engelse les te geven aan kinderen. De hulporganisatie biedt de Engelse lessen gratis aan. Ruben hoopt zo de kinderen een betere toekomst te kunnen bieden. Wat biedt de hulporganisatie via Ruben?
A
een vorm van gebonden hulp
B
een vorm van noodhulp
C
een vorm van ontwikkelingssamenwerking
Slide 15 - Quiz
Noem een voordeel om voor de aankoop van een snorscooter je te baseren op informatie uit een vergelijkend warenonderzoek.
Slide 16 - Open question
Bereken de benzinekosten per schoolweek voor Amin om met de snorscooter naar zijn opleiding te gaan en terug naar huis. Schrijf je berekening op en rond af op twee decimalen.
Slide 17 - Open question
Khalid adviseert om bij de snorscooter ook een kettingslot met een keurmerk aan te schaffen. Waarom zijn sommige producten voorzien van een keurmerk?
A
De consument kan dan invloed uitoefenen op de prijzen van bepaalde
producten.
B
De consument moet het product voor het gebruik laten keuren.
C
De fabrikant geeft hiermee aan dat het product aan bepaalde eisen
voldoet.
D
De winkelier stelt zich dan aansprakelijk voor schade aan het product.
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Video
van maand naar week en van week naar maand
Slide 20 - Slide
Joris verdient 575 euro per week. Wat verdient Joris per maand?