Present Continuous vs. Simple

Present Continuous vs. Present Simple
Herhaling les
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Present Continuous vs. Present Simple
Herhaling les

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning:
  • Vragenlijst invullen
  • present simple vs present continuous 
  • Oefenen

Slide 2 - Slide

Geef het leerdoel aan het begin van de les om de leerlingen te informeren over wat ze zullen leren.

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je het verschil tussen de present continuous en simple aangeven, weten en toepassen.

Slide 4 - Slide

Geef het leerdoel aan het begin van de les om de leerlingen te informeren over wat ze zullen leren.
Wat weet je al over de present continuous en simple?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het verschil?
  • Present Continuous: Gebruikt om te praten over een actie die op dit moment aan de gang is. 
  • Present Simple: Gebruikt om te praten over een actie die gewoonlijk plaatsvindt of een feit dat altijd waar is.

Slide 6 - Slide

Beschrijf de fundamentele verschillen tussen de twee tijden om de leerlingen te helpen ze te onderscheiden.
Voorbeelden
  • Present Continuous: I am studying. 
  • Present Simple: I study every day.

Slide 7 - Slide

Laat voorbeelden zien om de leerlingen te helpen de tijd te begrijpen in verschillende contexten.
Wanneer gebruik je de present continuous?
  • Gebruik de present continuous om te praten over acties die op dit moment aan de gang zijn.

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen zien hoe de present continuous in verschillende contexten kan worden gebruikt.
Wanneer gebruik je de present simple?
  • Gebruik de present simple om te praten over acties die gewoonlijk plaatsvinden of feiten die altijd waar zijn.

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen zien hoe de present simple in verschillende contexten kan worden gebruikt.
Werkwoordvervoeging
  • Present Continuous: am/is/are + werkwoord + -ing. Present Simple: werkwoord + -s (bij de derde persoon enkelvoud).

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen zien hoe de werkwoorden worden vervoegd in de verschillende tijden.
Quiz

Slide 11 - Slide

Geef de leerlingen een quiz om hun begrip van het onderwerp te evalueren.
He usually _______ to work by car.
A
drive
B
drives
C
is driving
D
drove

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

She _______ her parents every Sunday.
A
is visiting
B
visit
C
visiting
D
visits

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

_______ he often listen to music?
A
Do
B
Is
C
Are
D
Does

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

I _______ my homework now.
A
am doing
B
does
C
is doing
D
do

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

What _______ you usually do on weekends?
A
are doing
B
do
C
is doing
D
does

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Present Simple vs Present Continuous

We ... (not-play) tennis right now.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Present Simple vs Present Continuous

(-) We ... (play) tennis right now.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Present simple vs Present continuous
Be quiet! The baby ...... (sleep).

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Present Simple vs. Present Continuous

Jason ..... (to go) there every Saturday.
timer
1:00

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Explain the difference between the
present simple vs present continuous

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Present simple vs present continuous.
Look! He ... (leaves) the house.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Present simple vs present continuous.
She usually ... (walk) to school.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Present Simple vs Present Continuous

(?) ... you ... (visit) your grandma every day?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Present Simple vs Present Continuous

(-) Miss Willemse ... (teach) English right now.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Present Simple vs Present Continuous

(?) ... you ... (visit) your grandma last week?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Present Simple vs. Present Continuous

I .... (to learn) English now.
timer
1:00

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions