Kennen en kunnen 4.1:
je kent alle ionen uit tabel 1 van je lesboek
(voor de SO: uit je hoofd)
je kunt de verhoudingsformule van een zout noteren als de naam is gegeven en omgekeerd
Kennen en kunnen 4.2
je kunt de oplosvergelijking voor het in water oplossen van een zout noteren
je kunt de indampvergelijking voor het indampen van een zoutoplossing noteren