hoofdstuk 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Bevolkingsdichtheid =

1. Aantal inwoners
2. Hoeveel mensen ergens wonen
3. Aantal inwoner per vierkante kilometer
4. Waar de mensen wonen

Hoe meer neerslag hoe hoger de bevolkingsdichtheid.

1. Waar
2. Niet waar

Lombok is nu weer een populaire wijk. Waarom gaan jonge mensen in deze wijk wonen?

1. Alle winkels zijn goed met de auto bereikbaar.
2. De meeste huizen zijn opgeknapt.
3. De wijk ligt dicht bij de binnenstad.
4. Veel huizen hebben een tuin voor en een tuin achter.

De bevolkingsdichtheid in China is het hoogste

1. in het binnenland
2. langs de kust
3. in het zuiden
4. in het noorden

We maken onderscheid tussen dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden op de wereld. Beschrijf 2 kenmerken van dunbevolkte gebieden.

Als in een gebied weinig inwoners per km2 wonen, dan noemen we dat?

1. Bevolkingsspreiding.
2. Dichtbevolkt.
3. Dunbevolkt.
4. Een randstad.

Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?

1. Bevolkingsgroei door het aantal geboorten min het aantal sterfgevallen
2. De bevolkingsgroei door migratie

Waarom werd in China eenkindpolitiek ingevoerd?

1. vergrijzing tegengaan
2. tekort aan arbeiders
3. te snelle bevolkingsgroei
4. te weinig werk

Een gebied met een lage bevolkingsdichtheid.

1. Dichtbevolkt
2. Dunbevolkt
3. Geboorteoverschot
4. Sterfteoverschot

Welke bevolkingsdiagram zou van China kunnen zijn?

1. De eerste diagram
2. De tweede diagram

Geef aan in welke twee fases van het demografisch transitiemodel de bevolkingsgroei het grootst is.

1. Fase 1 en 2
2. Fase 2 en 3
3. Fase 3 en 4

2 beweringen:
1. Landen uit de periferie hebben vaak een urnmodel wat leeftijdsopbouw betreft
2. Landen met een granaatmodel wat betreft de leeftijdsopbouw zullen vrij gelijk blijven qua bevolkingsomvang

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 is onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, 2 is juist

Wat betekent integreren

1. Inburgeren/meedoen met de samenleving
2. Behouden van je eigen cultuur.
3. Dat is hetzelfde als segregatie.
4. Verschillende bevolkingsgroepen leven apart van elkaar.

immigratie

1. Als iemand vertrekt in een gebied of land.
2. Als iemand zich vestigt in een andere stad.
3. Als iemand zich vestigt in een gebied of land.
4. Als iemand vertrekt uit een andere stad.

Wat is geen cultuurkenmerk?

1. Taal
2. Huidskleur
3. Traditioneel feest
4. Godsdienst

Wat maakt het voor een vluchteling vaak lastig om te integreren?

1. Spreken de taal nog niet
2. Psychische problemen
3. Willen niet werken
4. Krijgen geen hulp

Wat is sociale bevolkingsgroei?

1. Aantal sterfgevallen min geboorten
2. Aantal geboorten min sterfgevallen
3. Aantal emigranten min immigranten
4. Aantal immigranten min emigranten