Hoe beweegt een gewricht

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag

• terugblik vorige les
• quiz
• Huiswerk bespreken
• theorie
• huiswerk

Terugblik vorige les

• Heeft iedereen de link van lesson up kunnen vinden en kunnen openen?
• Theorie van de vorige les aan de hand van een quiz

Waar kan je lichaam door bewegen

1. Alleen door botten
2. Door botten en spieren samen
3. Alleen door spieren

De namen van de vier beenverbindingen zijn

1. Vergroeiing Kraakbeen Gewricht Naadverbinding
2. Verbening Kraakbeen Borstbeen Gewricht
3. Vergroeiing Naadverbinding Kraakbeen Gewricht

Je armen en benen bewegen door

1. Gewrichten
2. Kraakbeen
3. Pezen
4. Vergroeiing

Je ribben zitten met .............. vast aan je borstbeen

1. Spieren
2. Gewrichten
3. Botten
4. Kraakbeen

Welke beweging kan je duim veel beter maken dan je vingers?

1. Draaibeweging en Zijdelingsbeweging
2. Op en neer beweging

Je schedel bestaat uit een aantal platte beenderen die door ............
aan elkaar zitten

1. Gewricht
2. Naadverbinding

Kraakbeen is

1. Buigzaam
2. Niet buigzaam

Huiswerk bespreken

Opdracht 1 t/m 6

Hoe beweegt een gewricht?

• gewrichtsknobbel draait in de gewrichtskom
• Kraakbeen: bot slijt niet en beweegt hierdoor soepel

• Gewrichtskapsel: houdt de botten bij elkaar en beschermt het gewricht. Is een taai vlies, maakt gewrichtssmeer.

• Gewrichtsbanden: gewrichten die extra zwaar werk moeten verrichten (kniegewricht, enkel) worden hierdoor extra verstevigd

Verschillende soorten gewrichten

• Kogelgewricht
• Scharniergewricht
• Rolgewricht
• Zadelgewricht

Kogel
Gewricht

Kogelgewricht

• Meest beweeglijk
• Kan bijna helemaal ronddraaien

Scharniergewricht

• Elleboog
• Verbinding tussen ellepijp en opperarmbeen
• Één richting

Rolgewricht

• Onderarm
• Verbinding tussen spaakbeen en ellepijp
• Spaakbeen rolt om de ellepijp
• Bij het open en dichtdraaien van een kraan

Zadelgewricht

• In je duim tussen handwortelbeentjes en middenhandsbeentjes
• duim kan twee richtingen op bewegen
• Duim kun je hierdoor tegenover je vingers plaatsen

Huiswerk

Maken: Opdracht 7 t/m 10
Leren:
opdracht 4 blz: 45
Opdracht 6(afbeelding wervelkolom blz: 46)
Opdracht 7 (afbeelding arm/been blz: 47)