Leerdoel 25, 26, 27, 28, 29, 30: Ik ken de vier associatiematen en kan ze alle vier berekenen, waarbij ik zelf evt. de informatie in een kruistabel zet.
Kwalitatieve variabele --> phi of max.Vcp
kwantitatieve variabele--> effectgrootte of boxplot vergelijken
Hiernaast zie je de cumulatieve frequentiepolygoon
van de tijd in seconden die de leerlingen in twee klassen
deden over 50 meter sprint.
a) Wat is ongeveer het max.Vcp?
Max.Vcp is verschil in cumulatieve percentages