REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H6 - LES 1

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startrekenen Vooraf deel A

STARTREKENEN VOORAF deel A

les 1

Startrekenen Vooraf deel A

STARTREKENEN VOORAF deel A

les 1

boek

pen of potlood

        WAT HEB JE NODIG?  

Startrekenen Vooraf deel A

DOEL VAN DE LES

les 1

Je kent de waarde van munten en biljetten.

Je weet hoe je bedragen opschrijft.

Startrekenen Vooraf deel A

DOEL VAN DE LES

les 1

startopdracht

Maartje heeft haar spaarpot leeggemaakt.

Hoeveel geld ligt er op tafel?

Startrekenen Vooraf deel A

6.1  MUNTEN en BILJETTEN

les 1

uitleg 1

blz. 233 

In Nederland betaal je met de euro.

Een bedrag in euro's herken je aan het 

woord euro of het euroteken, €.

1 euro is 100 cent waard.

Er zijn munten en biljetten.

Startrekenen Vooraf deel A

6.1  MUNTEN en BILJETTEN

les 1

uitleg 1

blz. 234 

Startrekenen Vooraf deel A

6.1 MUNTEN en BILJETTEN

les 1

uitleg 2

blz. 238

Een bedrag wordt vaak geschreven met een komma (,).

Voor de komma staan de euro's.

Achter de komma staan de centen.

Her pak stiften kost 2 euro en 50 cent.  Dit schrijf je als € 2,50  

Startrekenen Vooraf deel A

6.1 MUNTEN en BILJETTEN

les 1

uitleg 3

blz. 241

Startrekenen Vooraf deel A

6.1 MUNTEN en BILJETTEN

les 4

maken

opdracht 1 (blz. 235) tot en met 11 (blz. 243)