Grammar: vragen & ontkenningen do/does

Today ...
Vandaag gaan we ontkenningen (not) en vragen maken met het hulpwerkwoord do/does.


1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Today ...
Vandaag gaan we ontkenningen (not) en vragen maken met het hulpwerkwoord do/does.


Slide 1 - Slide

Goal
Na deze les kun je vragen  en ontkenningen in de tegenwoordige tijd maken

Slide 2 - Slide

Hoe maken we vragen met de vorm van to be (am/is/are), can, may, will, have/has got?

Slide 3 - Open question

Uitleg...Vragen met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/),can, may, will of have/has got; 


Dan gebruik je do of does om een zin vragend te maken.


like chocolate.                                                 Do I like chocolate?

She likes chocolate.                                        Does she like chocolate?  


Bij he/she/it gebruik je does  de rest do

Na do en does krijg je het hele werkwoord!

Slide 4 - Slide

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden gebruik je do en bij welke gebruik je does?

Slide 5 - Open question

________ you like pizza?

A
Do
B
Does

Slide 6 - Quiz

_________ she play tennis?
A
Do
B
Does

Slide 7 - Quiz

_______ they like chocolate?
A
Do
B
Does

Slide 8 - Quiz

________ these animals eat carrots?
A
Do
B
Does

Slide 9 - Quiz

_______ he live in London?
A
Do
B
Does

Slide 10 - Quiz

_______ your father have a red car?
A
Do
B
Does

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Hoe maken we ontkenningen met de vorm van to be (am/is/are), can, may, will, have/has got?

Slide 14 - Open question

Uitleg... Ontkenning met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is),can, will, may,  to have /has got ?


Dan gebruik je don't of doesn't  om een zin ontkennend te maken.


like chocolate.                                                 I don't like chocolate?

She likes chocolate.                                        She doesn't like chocolate?  


Bij de onderwerpen he/she/it gebruik je doesn't rest do

Na don't en doesn't  krijg je het hele werkwoord!


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Slide 18 - Slide