U2 periode 3 brief schrijven ser, estar en hay voor thuis 832021
1 / 18
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
La clase anterior
Escribe en holandés sobre 2 actividades en la clase anterior de español
Escribe en holandés sobre 2 actividades en la clase anterior de español
Slide 3 - Open question
Open je brief van je word document en maak een foto met je mobiel en stuur op via lessonup
Slide 4 - Open question
Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: In mijn kamer staat een stoel.
A
hay
B
es
Slide 5 - Quiz
Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: De stoel in mijn kamer is wit.
A
hay
B
es
Slide 6 - Quiz
Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: in mijn kamer ligt veel kleding.
A
hay
B
es
Slide 7 - Quiz
Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: Mijn kamer is erg klein.
A
hay
B
es
Slide 8 - Quiz
Welke zin heeft een fout?
A
El lunes me despierto a las ocho.
B
En mi habitación hay una cama.
C
Tengo los ojos azules y el pelo rubio
Slide 9 - Quiz
Zet het werkwoord in de juiste vorm zonder NADRUK!:
1. dormir (yo)
2. acostarse (nosotros)
3. desayunar (tú)
4. ir (él)
5. ser (vosotros)
6. empezar (ellos)
1. dormir (yo)
2. acostarse (nosotros)
3. desayunar (tú)
4. ir (él)
5. ser (vosotros)
6. empezar (ellos)
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Video
Wat is het belangrijkste verschil tussen hay en ser?
Slide 12 - Open question
Bekijk nu je brief nogmaals. Voeg nu in de vierde alinea nog 2 zinnen die het werkwoord estar hebben. Stuur daarna die 2 zinnen naar lessonup.
Slide 13 - Open question
Heb je vragen over ser/hay/estar?
Slide 14 - Mind map
Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen hay/ser/estar
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Ik weet wat estar betekent.
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Ik weet nu het verschil tussen ser, estar en hay.
😒🙁😐🙂😃
