13 décembre 2022 2F

1 / 46
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld propjes te gooien of door de klas te schreeuwen)

Slide 2 - Slide

Buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Weet je waar hoofdstuk 3 over zal gaan
2. Ken je verschillende Franstalige gerechten 
3. kun je een gesprek over winkelen begrijpen
4. ken je woorden die te maken hebben met winkelen








Slide 3 - Slide

Planning 1e lesuur
1. Introductie hoofdstuk 3 (10 minuten)
2. Opdrachten 2 en 3 maken (10 minuten)
3. Introductie Onderdeel A hoofdstuk 3 (10 minuten)
4. Opdrachten 5,6 en 7 maken (20 minuten)



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Waar denk je dat dit hoofdstuk over zal gaan?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

COMBINEZ:
le bouillon d'awara
le riz gras
les escargots
les moules-frites
le couscous
de vette rijst
de couscous
de slakken
de mosselen met friet
de Awara bouillon

Slide 8 - Drag question

COMBINEZ:
la Belgique
le Sénégal
le Maroc
la Guyane
la France
Senegal
Frankrijk
Marokko
Frans-Guyana
België

Slide 9 - Drag question

Au Travail
Maak opdrachten 2 en 3 van hoofdstuk 3 Introduction
online via magister (digitale leermiddelen)


timer
10:00

Slide 10 - Slide

On va en ville ce week-end?
Comment tu trouves le jean bleu?
Tu fais quelle taille?
Tu veux l'acheter?
D'accord! On y va!
Pas mal.
du M.
Oui, il est beau

Slide 11 - Drag question

Wat betekent ''le short de bain?, denk je?''
A
de zwembroek
B
de badkamer
C
de trui
D
het winkelcentrum

Slide 12 - Quiz

Wat betekent ''on y va'', denk je?''
A
en jij
B
natuurlijk
C
laten we gaan
D
binnenkort

Slide 13 - Quiz

Wat betekent ''l'hiver'', denk je?''
A
de zomer
B
de herfst
C
de lente
D
de winter

Slide 14 - Quiz

Wat betekent ''prendre'', denk je?''
A
nemen
B
kopen
C
proberen

Slide 15 - Quiz

Au Travail
Onderdeel A, Hfst 3 Maak opdrachten 5,6 en 7 online via magister (digitale leermiddelen)

Klaar? Leer alvast vocabulaire A


timer
20:00

Slide 16 - Slide

Korte pauze!
10 minuten pauze.
Zorg dat je op tijd weer terug bent!

Slide 17 - Slide

Buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. kun je een tekst over sneakers begrijpen
2. ken je woorden die te maken hebben met kleding
3. Ken je de getallen 0 t/m 1000









Slide 18 - Slide

Planning 1e lesuur
1. Introductie onderdeel B hoofdstuk 3 (10 minuten)
2. Opdrachten 9,10,11 en 12 maken (20 minuten)
3. Introductie getallen 0 t/m 1000 (10 minuten)
4. Korte terugblik van de les (10 minuten)



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat zijn ''baskets''?

Slide 21 - Open question

Wat is het verschil tussen ''sneakers'' en ''baskets'' ?

Slide 22 - Open question

Wie zijn ''des ados'', denk je?

Slide 23 - Open question

Wat betekent ''cher'', denk je?

Slide 24 - Open question

Wat betekent '' édition limitée?

Slide 25 - Open question

Au Travail
Maak opdrachten 9,10,11 en 12 online via magister (digitale leermiddelen) Klaar? Leer dan alvast Vocabulaire A + B (p.128)


timer
25:00

Slide 26 - Slide

Les chiffres

Slide 27 - Slide

85
A
quatre-vingt-sept
B
quatre-vingt-cinq
C
quarante-sept
D
quatre-vingt-quinze

Slide 28 - Quiz

30
A
treize
B
vingt-dix
C
trente
D
trois

Slide 29 - Quiz

Wat is het getal cent?
A
1000
B
100
C
10000
D
10

Slide 30 - Quiz

mille
A
100
B
1000
C
10000
D
110

Slide 31 - Quiz

60
A
six
B
trente
C
quarante
D
soixante

Slide 32 - Quiz

40
A
quarante
B
quatre
C
quatorze
D
quarante-quatre

Slide 33 - Quiz

Wat betekent
"trois cent quarante-cinq" ?
A
135
B
354
C
345
D
435

Slide 34 - Quiz

50
A
quarante-dix
B
cincante
C
cinquant
D
cinquante

Slide 35 - Quiz

99
A
quatre-vingt-neuf
B
quatre-vingt-dix-huit
C
quatre-vingt-dix
D
quatre-vingt-dix-neuf

Slide 36 - Quiz

14 + 51 = ...
A
soixante-cinq
B
soixante-quinze
C
sept-cinq
D
six-cinq

Slide 37 - Quiz

70
A
soixante
B
soisante-dix
C
soixante-dix
D
cinquante

Slide 38 - Quiz

51
A
quarante-dix
B
cincante
C
cinquant
D
cinquante et un

Slide 39 - Quiz

Getallen. 64 =
A
soixante-quatorze
B
soixante-quatre
C
seize- quatre
D
six

Slide 40 - Quiz

Welke getallen staan in de juiste volgorde?
A
seize, quinze, dix-sept
B
quinze, seize, dix-sept
C
seize, cinq, dix-sept
D
quinze, six, dix-sept

Slide 41 - Quiz

Getallen ... 47 =
A
quatorze-sept
B
quatre-sept
C
quarante-sept
D
quatrante-sept

Slide 42 - Quiz

Even de getallen herhalen:

Deux-cent-quarante

A
42
B
240
C
200
D
24

Slide 43 - Quiz

Getallen. 28 =
A
treize- huit
B
vingt-neuf
C
vingt et huit
D
vingt-huit

Slide 44 - Quiz

Au travail
Speel de volgende spelletjes: 
https://wordwall.net/play/958/039/5431 (kleding)






timer
10:00

Slide 45 - Slide

Devoirs
Apprendre: Vocabulaire A et B Chapitre 3 (p.128 WB A)

Slide 46 - Slide