Vloeistoffen 3

31-5-24 vloeistoffen 
Productzorg 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BspMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

31-5-24 vloeistoffen 
Productzorg 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je weet welke vloeibare toedieningsvormen er zijn
Je weet de voor- en nadelen van vloeibare gnm  
Je weet minstens 3 oplosmiddelen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Aqua purificata = gezuiverd water 

Aqua communis = gewoon water wat alledaags gebruikt wordt 

Water goede microbiologische kwaliteit = kraanwater goed laten doorlopen 


Overzicht hulpstoffen
https://mijn.bsl.nl/hulpstoffen/18800222 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geef 2 voorbeelden van een steriele vloeibare toedieningsvorm

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

geef 2 voorbeelden van niet steriele vloeibare toedieningsvormen

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Water bijv. aqua purificata is altijd het oplosmiddel in een drank
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Aqua purificata = gezuiverd water 

Aqua communis = gewoon water wat alledaags gebruikt wordt 

Water goede microbiologische kwaliteit = kraanwater goed laten doorlopen 


Welke is een conserveermiddel?
A
Methylis parahydroxybenzoas
B
Aqua purificata

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

welk soort water gebruik je bij het aanmaken van een kuurtje in de apotheek?
A
steriele water
B
water van goede microbiologisch kwaliteit

Slide 14 - Quiz

dus kraan water eerst goed laten lopen 
welke voordelen ken je van een vloeibare vorm (drank) als geneesmiddel?

Slide 15 - Mind map

werkt meestal sneller, makkelijk doseerbaar bijv voor kinderen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oplossingen zijn volkomen helder en homogeen. De stoffen zijn dus gelijkmatig verdeeld, omschudden voor gebruik is niet nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

Suspensies. De vaste stof is als fijne deeltjes verdeeld in de vloeistof en wordt daarin, met behulp van slijmstoffen, zwevende gehouden. Een suspensie is weinig stabiel, troebel en zakt uit. Suspensies moet je voor gebruik dus wel goed omschudden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
- Zoek op FNA op kennisbank Enalapril drank
- Wat is de werkzamen stof?
- Wat is het oplosmiddel?
- Wat is het conserveringsmiddel?
- Is het een heldere drank? 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
- Zoek op FNA op kennisbank nitrofurantoïne suspensie  
- Wat is de werkzamen stof?
- Wat is het oplosmiddel?
- Wat is het conserveringsmiddel?
- Is het een heldere drank? 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions