Waterwerken: Duinen, dijken en dammen

Duinen, dijken en dammen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Duinen, dijken en dammen

Slide 1 - Slide

Wat weet jij al van duinen, dijken en dammen?

Slide 2 - Mind map

Lage Landen
Nederland heette vroeger: de Lage Landen. Duinen en dijken beschermen nu ons land tegen de zee. Duinen en dijken worden vaak gecontroleerd. Nederland is een van de laagst gelegen landen op aarde. Het NAP (Normaal Amsterdams Peil) geeft de waterhoogte aan. Het nulpunt is gelijk aan zeeniveau.

Slide 3 - Slide

duinen
  • Duinen zorgen ervoor dat de zee niet het land binnen spoelt.
  • Duinen zijn ontstaan door de wind, ze zijn dus niet door mensen gemaakt. 
  • De wind kan de duinen wel wegblazen, dit willen we natuurlijk niet. Daarom zijn de duinen beplant.

Slide 4 - Slide

helmgras
  • De mens plant helmgras op de duinen om ervoor te zorgen dat de duinen niet worden aangetast door de wind.
  • De wortels van het helmgras  houden het zand van de duinen goed vast.

Slide 5 - Slide

golfbrekers
  • Nederland heeft een kuststrook van 450 km. 
  • Niet overal zijn duinen die sterk genoeg zijn tegen zware stormen.
  • Daarom zijn op sommige plaatsten golfbrekers geplaatst.
  • Golfbrekers breken de kracht van de golven.
  • Ook houden golfbrekers zand tegen, bij een stroming van zuid naar noord. Ook dit is een behoud voor de duinen.

Slide 6 - Slide

Waarom wordt er helmgras geplant op de duinen?
A
Dit is mooi, leuk als je door de duinen wandelt.
B
Is goed voor de dieren.
C
Om het zand vast te houden in de duinen.

Slide 7 - Quiz

Waarvoor dienen golfbrekers?
A
Om te zorgen voor mooie golven langs de kust.
B
Om de kracht van de golven te breken.

Slide 8 - Quiz

Hoe lang is de kuststrook in Nederland?

Slide 9 - Open question

dijken
  • Op sommige plaatsen langs de kust zijn geen duinen.
  • Hier heeft de mens dijken gebouwd om het land te beschermen tegen het water.
  • Dijken moeten hoog en stevig zijn.

Slide 10 - Slide

opbouw dijk
  1. Eerst wordt er zand aangebracht.
  2. Over dat zand ligt een laag klei. 
  3. Aan de kant van de zee ligt asfalt of beton.
  4. Onder het water, aan de kant van de zee, ligt een laag brokken van steen.

Slide 11 - Slide

uiterwaarden
  • Dijken worden niet alleen langst de kust gebouwd.
  •  Ze worden ook langs rivieren, meren, kanalen, enz.
  • Overal waar land beschermd moet worden tegen water kunnen dijken gebouwd worden.
  • Soms wordt er ook besloten dat een rivier juist meer ruimte nodig is.

Slide 12 - Slide

dam
  • Een dam ligt niet tussen land en water zoals duinen en dijken.
  • Een dam ligt tussen twee wateren.
  • Hier zie je de Oosterschelde dam.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Zuiderzee
  • Vroeger was het IJsselmeer een binnenzee.  En heette het de Zuiderzee.
  • Als het stormde kon het er flink spoken. De dijken hielden het vaak niet en gebieden rondom de Zuiderzee kwamen daardoor vaak onder water te staan.

Slide 16 - Slide

Afsluitdijk
  • Ingenieur Lely kwam met een plan. Het bouwen van een 30 km lange dam van Noord-Holland tot Friesland.
  • In 1927 werd er begonnen met de bouw.
  • Op 28 mei 1932 werd het laatste gat gedicht.

Slide 17 - Slide

Polders
  • Nadat de Afsluitdijk was aangelegd kwamen er plannen om het IJsselmeer droog te leggen. 
  • Tussen 1936 en 1968 zijn er 4 polders aangelegd.
  • Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland, Zuidelijk Flevoland en Wieringermeer.
  • Er was een plan voor een 5e polder, de Markerwaard maar deze is er nooit gekomen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

zeearmen
  • Bij Grevelingen, de Oosterschelde en de Westerschelde  kon de zee zo het land instromen.
  • Deze waterwegen noemen we zeearmen. 

Slide 20 - Slide

gevaar van zeearmen
  • Als de wind uit het noord westen komt en het stormt, dan is het hier gevaarlijk. De wind kan het water ver het land inblazen en de waterstand kan heel hoog worden.
  • Om het land te beschermen tegen het water zijn er dammen gebouwd van beton en rotsblokken.

Slide 21 - Slide

Dijken zijn door de natuur gemaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

In welk seizoen is de kans het grootst dat de uiterwaarden gevuld zijn.
A
In de winter
B
In de zomer

Slide 23 - Quiz

Een dam ligt tussen land en rivier
A
Niet waar
B
Waar

Slide 24 - Quiz

het IJsselmeer heette vroeger de Zuiderzee
A
Niet waar
B
Waar

Slide 25 - Quiz

Wie bedacht het plan om de afsluitdijk te bouwen?
A
Albert Einstein
B
Juf Nicole
C
Ingenieur Henry
D
Ingenieur Lely

Slide 26 - Quiz

er zijn 5 polders aangelegd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Waterwegen worden ook wel zeearmen genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Uitgangskaart

Slide 29 - Slide