K2 Unit 4 Herhaling Grammatica

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

K2 Unit 4 Herhaling Grammatica

Toets Hoofdstuk 4:

Eerste les in de week van 22 mei

Grammar toekomst: To be going to

Praten over dingen die je van plan bent om te doen

Welke zin is de correcte vorm van to be going to?

1. She gonna make her homework.
2. She wil make her homework.
3. She is going to make her homework.
4. She to make is going her homework.

Hoe werkt het ook alweer?

Hoe werkt het ook alweer?

Persoon + vorm van to be + Going to + hele werkwoord

Wat is de juiste vorm van
To Be? We ...

Wat is de juiste vorm van
To Be? She ...

Wat is de juiste vorm van
To Be? They ...

Wat is de juiste vorm van
To Be? I ...

Wat is de juiste vorm van
To Be? He ...

Wat is de juiste vorm van
To Be? You ...

Wat is de juiste vorm van
To Be? It ...

Rijtje van To Be

I - am

he/she/it - is

we/you/they - are

Welke zin is de correcte vorm van to be going to?

1. They gonna eat pizza.
2. They will eat pizza.
3. They is going to eat pizza.
4. They are going to eat pizza.

Hoe werkt het ook alweer?

Vraagzinnen maken

?

Wat is de juiste vraagzin?
He is going to buy new shoes.

Hoe werkt het ook alweer?

Je wisselt de persoon en vorm van to be om.

Wat is de juiste vraagzin?
We are going to see a movie.

Hoe werkt het ook alweer?

Ontkennende zinnen maken

-

Wat is de juiste ontkennende zin?
We are going to see a movie.

Hoe werkt het ook alweer?

zet not achter to be

Wat is de juiste ontkennende zin?
He is going to buy new shoes.

Grammar heden: Present simple of Present continuous

In welke zin klopt in de present simple?

1. I always eat toasties for lunch.
2. I always eats toaties for lunch.
3. I always eating toasties for lunch.
4. I am eating toasties for lunch.

Hoe werkt het ook alweer?

Present simple

Als iets altijd, nooit of regelmatige gebeurt

hele werkwoord

Hoe werkt het ook alweer?

Present simple

He Shits regel

He, She en It krijgen een s

walk --> walks

In welke zin klopt in de present continuous?

1. Look, she are eating a banana.
2. Look, she eats a banana.
3. Look, she eating a banana.
4. Look, she is eating a banana.

Hoe werkt het ook alweer?

Present continuous

Als iets nu aan de gang is

vorm van To Be - werkwoord+ing

I am listening

She is working

They are talking

Present simple of

Present continuous

Let goed op signaalwoorden

Simple: always, never, sometimes, every week

Continuous: now, at the moment, look!

Present simple of present continuous?

1. Jack talks to Sarah at the moment.
2. Jack is talking to Sarah at the moment.

Present simple of present continuous?

1. Jack eats a sandwhich for lunch every day.
2. Jack is eating a sandwhich for lunch every day.

Present simple of present continuous?

1. On Mondays I go to the supermarket.
2. On Mondays I am going to the supermarket