2 G Kapitel 3: Satzanalyse en 1ste en 4de naamval

Herzlich Willkommen!
Heute: Wiederholung Kapitel 3: Lektion 1-4

Wörter 3.1 - 3.3

Grammatik B: Starke Verben
Grammatik C: Satzanalyse
Grammatik D: Der und  Ein Gruppe im Nominativ und Akkusativ
1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herzlich Willkommen!
Heute: Wiederholung Kapitel 3: Lektion 1-4

Wörter 3.1 - 3.3

Grammatik B: Starke Verben
Grammatik C: Satzanalyse
Grammatik D: Der und  Ein Gruppe im Nominativ und Akkusativ

Slide 1 - Slide

Wörter 3.1 - 3.3

Slide 2 - Slide

der Sportplatz
A
de sportsoort
B
het sportveld
C
het sportnieuws

Slide 3 - Quiz

anstrengend
A
gemakkelijk
B
leuk
C
inspannend
D
tamelijk

Slide 4 - Quiz

das Zeugnis
A
het rapport
B
het cijfer
C
het lesrooster
D
de bijles

Slide 5 - Quiz

het team

Slide 6 - Open question

de uitslag

Slide 7 - Open question

lui

Slide 8 - Open question

basketballen

Slide 9 - Open question

badmintonnen

Slide 10 - Open question

zwemmen

Slide 11 - Open question

Grammatik B: Starke Verben

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

[vallen=fallen] Das Kind ... auf die Nase.

Slide 14 - Open question

[lopen=laufen] Der Mann ... schnell.

Slide 15 - Open question

[slaan=schlagen] Er ... den Ball.

Slide 16 - Open question

[slaan=schlagen] Ihr ... den Ball.

Slide 17 - Open question

[eten=essen] ... du oft Obst?

Slide 18 - Open question

[eten=essen] Ich ... gestern drei Äpfel ... .

Slide 19 - Open question

Grammatik C: Satzanalyse

Slide 20 - Slide

Die Lehrerin erklärt den Schülern die Aufgaben.
[den Schülern]
A
ow (1e)
B
lvw (4e)
C
mvw (3e)

Slide 21 - Quiz

Jasiek liebt Mathe und Latein.
[Mathe und Latein]
A
ow (1e)
B
lvw (4e)
C
mvw (3e)
D
niks van dit alles!

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

De 1ste naamval... Wat is dat ook alweer?
timer
1:00

Slide 24 - Open question

En wat is een 4de naamval?
timer
1:00

Slide 25 - Open question

Hoe vind je een onderwerp?

Slide 26 - Mind map

Hoe vind je een lijdend voorwerp?

Slide 27 - Mind map

Slide 28 - Video

Kennst du (mijn) Bruder?
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meines

Slide 29 - Quiz

D____ Mann hat eine Frau.
A
Der
B
Die
C
Das
D
Den

Slide 30 - Quiz

Wo liegt (mijn) Zeitung (v)?
A
mein
B
meine
C
deine
D
meinen

Slide 31 - Quiz

Ich habe für d____ Opa ein Geschenk gekauft.
A
die
B
das
C
der
D
den

Slide 32 - Quiz

(Zijn) Geld (o) liegt auf dem Tisch.
A
Sein
B
Seine
C
Seines
D
Seiner

Slide 33 - Quiz

Johann ist d___ Bruder von Jan.
A
den
B
der
C
die
D
das

Slide 34 - Quiz

Iedereen bedenkt een zin in het Duits, waar een 1ste naamval in staat.

Slide 35 - Open question

Iedereen bedenkt een zin in het Duits, waar een 4de naamval in staat.

Slide 36 - Open question

Iedereen bedenkt een zin met een voorzetsel van de 4de naamval.

Slide 37 - Open question

De 1ste en 4de naamval
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 38 - Slide

Welke voorzetsels heeft de 4de naamval?

Slide 39 - Mind map