This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Spreken, kijken en luisteren Blok 5 BBL/KBL
Doelen:
Je weet welke soort vragen je kunt stellen
Je kunt zelf een interview houden
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Interview Wat weet jij al?
Slide 2 - Mind map
This item has no instructions
Interview?
Een interview kan op beeld (televisie) zijn, of geschreven.
Het doel is: iets te weten komen van de geïnterviewde.
Het verschilt per nieuwssoort welke mensen interessant zijn om te interviewen.
Slide 3 - Slide
In het landelijke nieuws komen bijvoorbeeld vaak interviews voor met belangrijke personen uit de politiek of de film- en muziekwereld. In het regionale nieuws zou je bijvoorbeeld een interview met de trainer van een grote voetbalploeg tegen kunnen komen en in het lokale nieuws een interview met de burgemeester. Hyperlokaal kun je denken aan een interview met de directeur van jullie school.
Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.
Slide 4 - Slide
Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?” In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Kijkopdracht
a) Turf het aantal open vragen in het fragment. b) Turf ook het aantal gesloten vragen. c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ? Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op? Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Waarom zouden journalisten vaker open vragen gebruiken dan gesloten vragen?
Slide 6 - Open question
This item has no instructions
Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:
Gesloten vraag: Gaat het goed met u?
Open vraag: Hoe gaat het met u?
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Maak van de volgende vraag een open vraag:
Vind je de nieuwe iPhone mooi?
Slide 8 - Open question
This item has no instructions
Maak van de volgende vraag een open vraag:
Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?
Slide 9 - Open question
This item has no instructions
Doorvragen
Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.
antwoord heeft gegeven.
Slide 10 - Slide
Bijvoorbeeld:
Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?” Leraar: “Ja.” Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?” Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.” Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?” Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”
Aan de slag
Maak het digitaal lesmateriaal wat klaar staat: Spreken, kijken en luisteren Blok 5. Let op je hebt oortjes nodig.