Goede werkhouding:- Rechtop zitten.
- Spullen in orde: laptop mee (accu/oplader), koptelefoon.
- Geen telefoon en geen oortjes (uitzondering: na instructie).
- Hand omhoog en wachten op je beurt.
- Luisteren naar instructies, daarna aan het werk.
- Spreken elkaar netjes aan (Nederlands of Engels).