Toen en nu > instructie groep 4

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Slide

Dit ga je vandaag leren
  • Je leert over de tijd van vroeger en nu

Slide 2 - Slide

Wat is ook alweer een tijdbalk?

Slide 3 - Mind map

Tijdbalk

Slide 4 - Slide

Tijdbalk

Slide 5 - Slide

Toen en nu

Slide 6 - Slide

Wat zie je op de plaat? 

Slide 7 - Slide

De trein
Jip gaat een dagje naar zijn oma.
Oma wacht op het perron.
Boven het perron hangt een klok. 
Er hangt een bord naast. 
Daar staat hoe laat de trein vertrekt en waar de trein heen gaat. 
Dat is allemaal nieuw. 
De trein is ook nieuw. 

Slide 8 - Slide

De ijzeren kap over het station is nog net als vroeger. 

Slide 9 - Slide

Het park
In de stad is een park met heel grote bomen.
De bomen zijn oud, nog ouders dan oma. 

Slide 10 - Slide

Toen oma's moeder klein was, ging ze elke zondag wandelen in het park.
Het was er druk, net als nu.
Het park was pas aangelegd.
De bomen waren toen nog klein. 
Oma's moeder droeg een strik in haar haar.
Haar broer had een matrozenpakje aan.
Oma wandelde vroeger ook in het park.
En nu wandelt ze er met Jip. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Dit grote gebouw is een kerk.
Elke zondag gaat oma erheen om te bidden en te zingen.
Op andere dagen kun je er ook trouwen. Of er is een begrafenis.
Er komen toeristen in de kerk kijken.
Soms wordt er een concert gegeven.
Dan wordt er muziek gemaakt. 

Slide 13 - Slide

Het weeshuis
Een terras op een plein.
Dat was er vroeger niet.
Het huis was vroeger een weeshuis.
Op het plein kon je spelen. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De gracht
Een huis aan het water.
Aan een gracht.
Met een bootje voor de lol.
Of een boot als huis. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De brug
Een brug van steen.
De brug kan open in het midden.
Dat staat het verkeer stil. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 26 - Quiz

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 27 - Quiz

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 28 - Quiz

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 29 - Quiz

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 30 - Quiz

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 31 - Quiz

Wat hoort waar? Sleep de foto's naar de juiste plek. 

Slide 32 - Drag question

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 33 - Slide