5.4 artikel (di les 2)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (log alvast in)
  • geen iPad? papier en pen
De les start en je bent stil:
timer
1:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (log alvast in)
  • geen iPad? papier en pen
De les start en je bent stil:
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Planning
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg congruentie
  • Werkmoment

Slide 2 - Slide

Waar schrijf je het?
Middenstuk
Slot
Inleiding
Gisteren hadden wij een discussie in de klas......
Daar ben ik het niet mee eens, want.....
mijn conclusie is...

Slide 3 - Drag question

Uit hoeveel alinea's bestaat een artikel minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Tussen een alinea komt een witregel.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Je begint je artikel met:
'Hallo, ik ben ......."

(meerdere antwoorden mogelijk)
A
NEEEEEEEEEEEEEEEE!
B
ja
C
nee
D
nee, natuurlijk niet!

Slide 7 - Quiz

DOEL
- je kunt congruentiefouten (incongruentie) herkennen en verbeteren
- je weet wat congruentie betekent
- je weet wat incongruentie betekent

Slide 8 - Slide

CONGRUENTIE

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn.


Ik fiets naar school.                                         beide enkelvoud


Wij fietsen naar school.                                 beide meervoud



Slide 9 - Slide

CONGRUENTIEFOUTEN

  • We noemen dit ook wel INCONGRUENTIE.
  • Incongruentie betekent niet gelijk of niet passend.
  • Het onderwerp en de persoonsvorm zijn niet gelijk. ev/mv
  • Bij onderwerpen die voor ons gevoel meervoud zijn, maar dat voor de grammaticaregels niet zijn. => filmpje


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Even oefenen

Slide 12 - Slide

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

de kudde koeien
A
de
B
kudde
C
koeien

Slide 13 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
De kudde koeien staan in de wei
B
De kudde koeien staat in de wei

Slide 14 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

een groep wielrenners
A
een
B
groep
C
wielrenners

Slide 15 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish
B
Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish

Slide 16 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

twintigduizend mensen
A
twintigduizend
B
mensen

Slide 17 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Twintigduizend mensen bezocht het festival
B
Twintigduizend mensen bezochten het festival

Slide 18 - Quiz

Schrijftaak 'Troep in de aula'
  1. Volg de stappen in opdracht 12 van 5.4 schrijven (p. 206)
  2. Schrijf je artikel (vandaag en thuis)
  3. Bekijk het artikel van een andere leerling (dinsdag/flex)
  4. Verbeter op basis van je feedback (donderdag)
  5. Inleveren uiterlijk donderdag 21 april 24.00 uur via Teams

Slide 19 - Slide

Afsluiting
  • Donderdag toets lezen hoofdstuk 3, 4 en 5.
  • Volgende week dinsdag verder met schrijfopdracht.
  • Volgende week donderdag schrijfopdracht inleveren.

Slide 20 - Slide