10. Standpunt en argumenten (blz. 37)Standpunt: stelling(name), bewering, mening.
Argumenten: onderbouwen het standpunt.
Feitelijke uitspraak: kun je contoleren
Waarderende uitspraak: een waardeoordeel
Soorten argumenten: controleerbare feiten, voorbeeld, vergelijking (analogie), ervaring (empirisch argument), gezag/ autoriteit, gevolg, nut of gewenste gevolgen, emotioneel argument, algemene normen en waarden, geloof/moreel argument, veronderstelling, vermoedens.